zondag 22 januari 2012

Laura

Mozart componeerde zijn eerste stukken – naar verluid – al op vijfjarige leeftijd, Huygens sprak, naar eigen zeggen, Grieks, Latijn en Frans tegen de tijd dat hij negen werd. De Indiase Akrit Jaswal is de jongste chirurg ooit; hij voerde zijn eerste operatie uit toen hij zeven was en is nu bezig een geneesmiddel voor kanker te ontwikkelen. William James Sidis had een IQ van 300, kon lezen met achttien maanden, sprak vloeiend acht talen en had vier boeken over wiskunde en de kosmos geschreven op zijn zevende, toen hij op zijn elfde aan Harvard ging studeren. Okita Soji begon op zijn negende met zwaardvechten, versloeg zijn meester op zijn twaalfde en zijn zwaardvechterstechniek is tot de dag van vandaag een voorbeeld voor Japanse videospellen. Er was zelfs eens een hond in de Oprah Show die kon tellen. Ik lieg dit niet, beste Lezer, je hoefde deze hond – een olijke Jack Russell met kromme pootjes – maar een cijfer voor te leggen of hij tapte met zijn voetjes het aantal op de grond.

En Nederland? Wij hebben Laura, het zeilmeisje. De jongste solozeiler ter wereld. En we zullen het weten. Laura zeilt onder de Nieuw-Zeelandse vlag de haven van Sint-Maarten binnen want Laura is een bozige puber. Een bozige puber in een bootje. Ze wil niet meer in Nederland blijven wonen want die stoute leerplichtambtenaren doen hun werk en die vonden het niet verstandig dat de zestienjarige Laura niet gewoon op school zit. Het leek hen geen goed idee voor de intellectuele en sociale ontwikkeling voor Laura om midden in de pubertijd alleen op haar Guppy door te brengen. En laat die ambtenaren het nu eens bij het goede eind hebben gehad. Laura was al een onverdragelijk vervelend wicht bij vertrek en is nu volstrekt onhandelbaar. Het zal dus toch wel ergens goed voor zijn om met leeftijdgenoten in contact te blijven. Laura heeft nooit geleerd dat niet de hele wereld om haar draait al zeil je er nog zo vaak overheen.

U moet trouwens weten dat Laura helemaal voor zichzelf de wereld is overgevaren. Helemaal niet voor een vermelding in het Guiness Book of Records maar helemaal voor zichzelf. Ze had zich alle ellende van de leerplicht kunnen besparen door te wachten met haar soloreis tot ná het behalen van haar schooldiploma – de oceanen wachten namelijk wel – maar dat heeft ze niet gedaan (ze wilde immers het record van jongste solozeiler ter wereld vestigen). Ze wilde het zoals zij het wilde maar – nogmaals – niet voor de aandacht. Helemaal voor zichzelf.

Wij hebben dus Laura, een zeilster. Bij de juiste zucht wind gaat de boot de goede kant op en als je lang genoeg op die schuit blijft zitten dan ben je op een gegeven moment de wereld rond. Door voorstanders wordt Laura als voorbeeld genoemd van onze VOC-mentaliteit. En ik maar denken dat “solo” betekent dat ze alleen was. Had Laura al die tijd een groep Afrikanen in kettingen aan haar Guppy geketend? Of heeft ons kind Nederland een nieuwe Gouden Eeuw gebracht? Hing ze haar hele boot vol Ruysdaels, Vermeers en Rembrandts? Gelukkig is over de wereld zeilen nog steeds niet hetzelfde als de wereld veroveren. Laura heeft onze economie niet verbeterd – is zeilen ondernemersschap? - , de Kunsten niet gestimuleerd, noch iets uitzonderlijks gepresteerd. Alles blijft bij het oude nu Laura weer vaste grond onder haar voeten heeft.

Tenzij Laura op haar hoofd gaat zeilen terwijl ze viool speelt met haar tenen en gedichten van Baudelaire declameert, is alle aandacht voor het zeilmeisje teveel aandacht. Laura wil immers geen aandacht. Ze zeilde helemaal voor zichzelf.

donderdag 19 januari 2012

Enge ouders

Vorige week schreef ik over de film Baby Boom en over de manieren waarop U de arbeidskansen van Uw ongeboren kind kunt vergroten. Wat ik echter nagelaten heb te vertellen is dat onze tiger lady Manhattan uiteindelijk de rug toekeert om zich in een cottage in Vermont te vestigen. Ze werd tijdens vergaderingen met aandeelhouders iets te vaak gebeld door de babysitter die haar “itsy bitsy spider” liet zingen. Bovendien reageerde haar baas niet goed op de vlek met flesvoeding op haar powersuit. Ze vertrekt met haar kind naar Vermont om daar een ander leven te beginnen. Het boerderijtje dat ze via een advertentie in de krant koopt blijkt krakkemikkiger te zijn dan ze had kunnen vermoeden, ze lijdt aan een zenuwinzinking waardoor ze in verzwakte toestand bij de dierenarts belandt (er is in haar dorp geen huisarts), maar uiteindelijk wordt ze gelukkig. Heel erg gelukkig, met de dierenarts en een bloeiende handel in zelfgemaakte appelmoes uit haar eigen boomgaard. Dáárom is de film zo leuk; vanwege die appelboomgaard (en die dierenarts).

In Nederland zie je dat ook wel; jonge ouders die besluiten dat een stad niet geschikt is voor een kind en die dan gaan verhuizen. Allemaal leuk en aardig maar verhuis dan ook naar een charmante boerderij met een fruitboomgaard. Daar kan ik mij alles bij voorstellen. Net buiten een middelgroot slaapdorp in een vinex-wijk gaan wonen met postzegelgrote voor- en achtertuin lijkt wel een hele grote opoffering. Hoezo heb je daar meer frisse lucht? Heeft niet iedereen een auto? Elke zomer met Ingrid en Richard, je nieuwe buren, moeten barbecueën. Ingrid, die Blokkerdoos die met haar houten ganzen voor het raam en haar makkelijke haar een schema opstelt voor de maandelijkse schoffeldienst. Ik geef het je te doen. Echter, als het U gelukkig maakt, vooral doen natuurlijk. Wie weet is er nog een smakelijke dierenarts te vinden om de overblijfuren wat spannender mee te maken.

Reizen doen die ouders nog zelden: voor een kind is een grasveldje in Nieuwegein namelijk net zo leuk als het Peruaanse hooggebergte. Een kind ziet echt het verschil niet tussen de Kennemerduinen en de Sahara. En dus, worden alle zomers voortaan doorgebracht bij het pierenbadje. Lekker raketjes eten tijdens de toch vaak wat verregende Nederlandse zomers. Nog steeds prima als daar zo’n spannende dierenarts bij komt kijken. Het is alleen zo jammer dat de keuze van dit soort ouders altijd een morele veroordeling lijkt in te houden voor hen die besluiten in de stad te blijven. Wat ben je snel een ontaarde moeder. Je ontzegt je kinderen blijkbaar van alles wanneer je niet precies doet wat deze ouders voor zichzelf hebben besloten. En daarom, beste lezer, geef ik die enge ouders er nu bij deze van langs. Voor één keer zodat ik ook weer eens rust heb.

Ik las laatst op nu.nl dat Yvon Jaspers met haar gezin uit Amsterdam is vertrokken omdat ze niet wil dat haar kinderen Amsterdammertjes worden. Gelukkig willen wij, Amsterdammers, ook absoluut niet dat Yvon – huppeltrut van het overschatte tv-programma Boer zoekt vrouw – kinderen heeft die zichzelf als Amsterdammertjes beschouwen. Wij willen niet dat Yvon bekend staat als Amsterdammer, we willen die enge griezel hier het liefst niet zien. Het is een absolute zegen dat wij niet langer het gevaar hoeven te lopen die positivo met haar gestreepte gebreide sjaals, haar roze kaplaarsjes en haar “zelf ontworpen” bonte servies al skatend in het Vondelpark tegen te komen. Van mij mag ze al haar boeren meenemen en op de hei gaan zitten. Opgeruimd staat netjes. Voor mijn part zoekt ze er nog een paar dierenartsen bij.

Yvon Jaspers, het zeilmeisje Laura en André Kuipers; ze mogen ze van mij alledrie zo de ruimte in schieten. Zijn het niet werkelijk de meest irritante Nederlanders? Zoals ze je hun persoonlijke hobby’s (boeren! zeilen! ruimtevaart!) door je strot proberen te duwen. Die André met die stomme olijke lach op die veel te bolle toet. Die Yvon met dat zogenaamd hippe piekkapsel die elke gast probeert te laten huilen voor de kijkcijfers (hoe stugger de boer die huilt, hoe trotser zij erbij kijkt) en dan dat vreselijke kind, die Laura. Met die verschrikkelijke ouders. Ze wil nooit meer terugkeren naar Nederland. Nou, dat treft want wij zijn haar ook liever kwijt dan rijk. De zuurpruim. In de ruimte is het leven vast nog fatsoenlijk, zegt iedereen elkaar gedag, genoeg frisse lucht om je kinderen op te voeden en je kunt vast zeilen in zo’n ruimteschip.

Hoe dan ook, een boomgaard in Vermont of bij Broek in Waterland, ik teken ervoor.

Voor vandaag een recept met polenta. Ik vond polenta nooit zo lekker. Of althans, ik dácht dat ik het niet zo lekker vond. Ik had gewoon dit recept nog niet geprobeerd. Het komt uit Ottolenghi’s “Plenty”.

Voor twee personen

4 el olijfolie
350 gr gemengde paddestoelen, de grote exemplaren gehalveerd
2 fijngehakte tenen knoflook
1 el gehakte dragon
1 el gehakte tijm
1 el truffelolie
½ liter groentebouillon
80 gr polenta
80 gr geraspte parmezaan
30 gr boter
1 tl fijngehakte rozemarijn
In het recept van Ottolenghi: 100 gr taleggio, in 1 centimeter dunne plakken; ik heb het recept inmiddels twee keer gemaakt en ik vind het teveel dus ik laat dat achterwege.
zout en peper

Verhit de olie in een grote koekenpan, Voeg als hij heet is de helft van de paddestoelen toe en bak ze in een paar minuten beetgaar; schep ze niet om zodat er goudbruine plekjes op verschijnen. Schep ze uit de pan en bak de rest op dezelfde manier. Neem de pan van het vuur, doe alle paddestoelen erin en voeg knoflook, dragon, tijm, truffelolie en wat zout en peper toe. Houd ze warm.

Breng de bouillon aan de kook. Voeg al roerend met een houten lepel geleidelijk de polenta toe. De polenta is gaar als hij nog vloeibaar is en van de wand van de pan loskomt.

Verhit de grill op hoog. Roer de parmezaan, boter, rozemarijn en de helft van de kervel door de polenta. Breng op smaak met zout en peper. Spreid de polenta uit in een ovenschaal. Als je het recept van Ottolenghi wilt volgen dan leg je de plakken taleggio op de polenta. Ik doe dit niet omdat ik vind dat de parmezaan voldoende kaassmaak geeft en het gerecht anders wat te zout wordt. Zet de schaal onder de grill tot de kaas borrelt.

Haal de schaal uit de grill, verdeel de paddestoelen met het vocht over de polenta en zet hem nog kort in de grill om de paddestoelen te verhitten. Dien het gerecht heet op, bestrooid met de overgebleven kervel.

donderdag 12 januari 2012

Baby Einstein

In één van mijn lievelings jaren tachtig films, Baby Boom, komt een scène voor die nu profetisch lijkt omdat het de gewoonste zaak van de wereld is geworden. Althans in Amerika. Diane Keaton speelt hierin een doorgewinterde sluwe zakenvrouw in New York – hooggeknoopt bloesje, flinke schoudervullingen, loeistrakke rokken en killerheels – een “tiger lady” die haar zaakjes perfect onder controle heeft totdat ze van een onbekend familielid een erfenis ontvangt. De erfenis is een baby. Haar leven staat op zijn kop terwijl ze carrière en kind probeert te combineren. De beruchte scène speelt zich af rondom de zandbak in het park. Op een bankje zitten twee moeders die proberen een speelafspraak voor hun kinderen te arrangeren. Dit lukt uiteindelijk met veel moeite tussen de vioollessen, de computercursus en de kinderpsychiater door. Ondertussen schuift er een andere moeder aan die in tranen is. Haar kind is niet aangenomen op de gewenste “pre-school”. Niet aangenomen worden op die school betekent, aldus verhaalt ze snikkend, ook niet worden toegelaten op de juiste kindergarden, waarna je de goede prepschool kunt vergeten en je nooit of te nimmer naar een ivy league school zult kunnen. Het kind is dus bij voorbaat hopeloos verloren terwijl het daar nu nog schijnbaar gelukkig zandkasteeltjes zit te bouwen en haar luier zit vol te poepen. Niet aangenomen op de pre-school ondanks haar perfecte curriculum en haar fantastische referenties. De andere vrouwen betreuren het lot van de jonge moeder. Zittend in de zandbak voelt onze protagoniste zich steeds kleiner worden nu ze moet aanhoren hoe naïef ze tot dusver was, hoe onbewust van de druk die het ouderschap met zich meebrengt. De ellende wordt nog groter wanneer één van de kinderen zijn speelactiviteiten tijdelijk staakt om op te merken dat de lucht van vandaag erg lijkt op Paul Cézanne’s Baai van Marseille. Schilderkunst werd hem – jochie van drie – gedoceerd aan het “Centrum voor Slimmere Baby’s”. In de volgende scène van de film zie je onze tiger lady dan ook op de grond van dit centrum zitten terwijl ze haar kind met flash cards nieuwe kennis bijbrengt. Kaart na kaart maakt ze haar kind bekend met de fenomenen: deurknop, Whoopi Goldberg, President John F. Kennedy en Mercedes.

Flashcards waarmee je je kind kunt leren welke boerderijdieren je hebt, hoe alle vierenveertig Amerikaanse presidenten eruitzagen en hoe je een Goya van een Velazquez onderscheidt – die bestaan er al sinds jaar en dag, niet alleen in de film maar ze zijn ook gewoon te koop bij de winkel om de hoek. Maar ik was oprecht verbaasd bij de ontdekking van de “pregnancy bellyphone” of de “itummy prenatal music band”. Uw kind kan al in de baarmoeder worden opgeleid zodat bovenstaande dwalingen richting armoede, drugs en goot niet langer hoeven plaats te vinden. U kunt Uw kind op een Ivy League krijgen als U gewoon al vóór de geboorte begint met zijn opleiding. Niets ingewikkelds aan. Het betreft hier een koptelefoon die met banden aan Uw buik wordt vastgesnoerd waarop U “Bach for babies” kunt draaien. Maar U kunt uiteraard ook Dostojevski’s Misdaad en Straf afspelen, Uw kind wat uitdagende differentiaalvergelijkingen voorleggen of hem wat prangende ethische dilemma’s presenteren. De cd’s met muziek die speciaal voor het ongeboren kind worden gemaakt, heten “Ultrasound”. Ik vind het briljant. Het zou de ontwikkeling van de foetus op een ander plan brengen. Het voordeel van de band is – zo lees ik in alle enthousiaste klantenrecensies – dat hij zo comfortabel is dat je niet eens doorhebt dat je hem draagt.

Zo springt Uw kind na negen maanden de baarmoeder uit, spreekt hij vloeiend zestien talen, schrijft verzen in het latijn, zingt hij mee met Tosca, legt hij een voorkeur voor Gontsjarov boven Tolstoj aan de dag, legt hij U uit wat Kierkegaard nu toch eigenlijk bedoelde en weet hij perfect hoe het allemaal heurt; U heeft er geen kind meer aan.

Voor vandaag een schuldvrije appelkoek/taart. De koek bestaat voor tachtig procent (zo ongeveer) uit appels dus hij is tamelijk gezond.

6 zure appels (Granny Smiths)
boter om bakvorm in te smeren
3 grote eieren
200 gr suiker
1 tl vanille-extract
125 gr bloem
kaneelpoeder en poedersuiker om over de koek te strooien

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Bedek een taartvorm (van ca. 23 cm) met bakpapier. Wat ik de makkelijkste methode blijf vinden is de bodem van de bakvorm bekleden met bakpapier en de randen inkwasten met boter. Ik zet het bakpapier van de bodem vast door de ring ertussen te plaatsen. Zo loopt er ook nooit beslag uit de vorm.

Schil de appels en snijd ze in kleine blokjes (alsof je appelmoes maakt). Stort de appels allemaal direct in de taartvorm.

Meng in een grote kom met een elektrische mixer de eieren en de suiker. Dit moet een dik mengsel worden.

Voeg de vanille toe en schep met een lepel de bloem bij het mengsel. Meng door elkaar. Het beslag moet (nogmaals) dik zijn.

Schep met een lepel het beslag over de appels zodat je ze allemaal bedekt.

Zet de koek een uur in de oven of in ieder geval totdat een satéprikker schoon uit de koek komt.
Bestrooi de koek met kaneelpoeder en poedersuiker.

Deze koek is ook lekker voor het ontbijt.

donderdag 5 januari 2012

Internetvriendinnen 2

Nu we steeds dichter bij de finish komen en steeds meer van hen respectievelijk slijmproppen of geduld aan het verliezen zijn, leer ik mijn vriendinnen steeds beter kennen. Ik heb het natuurlijk over mijn internetvriendinnen van het zwangerenforum. Een paar weken geleden werd hun klagen nog wel eens onderbroken door praktische zaken. Zo waren ze in week 36 massaal bezig met het bestellen van hun raamstickers. Om met één van hen te spreken: “om het nou ongemerkt voorbij te laten gaan voor de buurt vind ik niet zo netjes”. Om de buurt te zijner tijd te laten weten dat het kind geboren is werden er derhalve raamstickers besteld. De website van het bedrijf dat de stickers maakt adverteert met het motto “hippe spullen met naamlogo” zodat je bij de geboorte eens “iets anders kan dan de ‘Hoera, een meisje slinger’”. “Deze leuke hippe raamstickers vertellen iedereen op een hippe manier dat er een kleintje is”. En “geen zorgen, de raamsticker is afpelbaar zonder lijmsporen”. Ze zijn inderdaad hip die raamstickers: je kunt ze bestellen met vlinders, met het logo van de air force, met hartjes of met de Nederlandse Leeuw. Ik werd ernstig in de verleiding gebracht zo’n “hippe” raamsticker te bestellen. Het is jammer dat ik niet in Nederland woon.

Nu er echter weer een paar weken verstreken zijn en de lichamelijke klachten toenemen, is er geen ruimte meer om te bespreken hoe de buurt verwittigd moet worden. De dames zijn ongeduldig aan het worden. Helemaal nu missjoy, ProudtobeMommy, sneakermommy, animallove, potloodje, tutje en nog een paar anderen al bevallen zijn. Ze hebben allemaal prachtige “beebs” gekregen met namen als Jayvin, Summer-Lynn, Chelsey Destiney en Jaidy. Alweer word ik ernstig in de verleiding gebracht door al die prachtige creativiteit. En creatief is het: Destiney met die extra “e”. Zou ProudtobeMommy daar een bedoeling mee hebben? Ik zou het haar graag vragen maar mijn ervaring leert me dat vreemden op het forum niet worden getolereerd. Mio was zelfs een tijdje offline toen bleek dat er iemand speciaal een profiel had aangemaakt om op haar bericht te reageren. Die persoon had opgemerkt dat het misschien niet verstandig was om teveel cola light te drinken in verband met de ongezonde effecten van aspartaam. Mio was er zo “zuur van” (haar woorden) dat ze een week lang in alle toonaarden zweeg. Haar hele kerst was vergald omdat ze niet langer van haar frisdrank had kunnen genieten. Missjoy en Pebbje hebben haar echt moeten overhalen weer terug te komen. Het hele forum drinkt zich inmiddels bovendien suf aan frisdrank: de kinine in bitter lemon of tonic zou weeën opwekken.

Naarmate het geduld afneemt, nemen de emoticons toe. Met smileys en creatieve leestekens zetten de dames hun emoties kracht bij: “Ik kan echt niet meer wachten!!!!!!;))))).

Gisteren was een bijzonder opwindende dag. Echtgenoot en ik kwamen thuis na een lange wandeling om te ontdekken dat Suusjes vliezen inmiddels gebroken zijn en chickiechick al drie centimeter ontsluiting heeft. Ik word live op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen! Het is maar goed dat er zoveel mensen zijn die tegenwoordig kunnen internetten met hun telefoons. Je moet er niet aan denken dat je al deze live actie zou moeten missen. Het is jammer dat we er geen beeld bij krijgen.

Voor vandaag maak ik een bloemkoolsalade. Ik maak deze salade als bijgerecht.

U hebt nodig:

1 bloemkool
1 el + 1 tl olijfolie
3 el hele amandelen
2 el rozijnen
1 el witte wijnazijn
1 el kappertjes (afgespoeld en gedroogd)
1 tl fijngesneden peterselie
1 tl fijngesneden dragon

Verhit de oven voor op 175 graden Celsius (350 Fahrenheit). Snijd de bloemkool in plakken van twee centimeter dikte. U snijdt de bloemkool dus in zijn geheel in plakken en verdeelt hem niet eerst in roosjes.

Verhit een koekenpan met 1 tl olijfolie en rooster de amandelen twee tot drie minuten. Laat ze afkoelen in een kommetje met wat zout en peper.

Snijd de amandelen in drieën zodra ze zijn afgekoeld.

Maak de pan met wat keukenpapier schoon en verhit 1 el olie. Bak hierin de bloemkool aan beide zijden bruin. Als Uw pan in de oven kan dan roostert U de bloemkool in de oven verder tot hij gaar is, zo’n twaalf minuten. Ik moet de gebakken bloemkool overhevelen naar een bakblik.

Terwijl de bloemkool in de oven staat, smelt U een halve el boter. Voeg de rozijnen, azijn en 1 el water toe. Laat sudderen tot de rozijnen zacht zijn, giet af en zet apart. Dit duurt zo’n vijf minuten.

In een kleine kom mengt U de amandelen, de rozijnen, de kappertjes, de peterselie en de dragon.

Breng op smaak met zout en peper.

Nu legt u de geroosterde plakken bloemkool op een platte schaal en strooit er het amandel-kruidenmengsel over.

Eet smakelijk.