donderdag 29 december 2011

Vreemde kostgangers

Ze is vermoedelijk niet langer dan 1.40 meter en zal niet meer dan wegen dan een veertje. Haar benen zijn zo dun als stokjes. De huidkleurige panty die ze altijd draagt zwiebert er dan ook ruim omheen. Het zwaarste dat ze draagt is haar beige jampotglazenbril en je kunt zien dat haar gezicht te lijden heeft onder het gewicht van dat gigantische apparaat. Ik heb niet de indruk dat de bril haar erg veel zicht verschaft. Voor de rest draagt ze altijd zo’n gebloemd keukenschort dat ik voorheen alleen kende om de brede heupen van hysterische Zuid-Italiaanse mamma’s die de hele dag ravioli aan het maken zijn. Echtgenoot en ik kennen haar omdat ze mensen op straat altijd vraagt of ze een stukje aan hun hand mag meelopen. Haar evenwicht en haar beentjes zijn namelijk zo fragiel dat ze nauwelijks zelfstandig kan lopen. Het verzoek wordt ook regelmatig aan ons gericht en wij weigeren uiteraard nooit. Het grappige is namelijk dat ze “maar” een meter of twintig met je wil meelopen. Na die afstand wil ze dat je haar tegen een brievenbus of lantaarnpaal posteert, waarna ze een ander vraagt de weg met haar te vervolgen. Over die twintig meter doe je overigens wel een tijdje.

Elke ochtend om half negen loopt er een keurig nette man door onze straat. Zijn leeftijd is mij een raadsel. Hij draagt een lichtbruine pruik met een overdadige hoeveelheid haar, getoupeerd in een geordende zijscheiding. Met een plastic zakje ruimt hij de rommel in de straat op. Om half negen ’s ochtends is onze straat aan de beurt maar ik zie het hem overal in New Haven doen. Ik weet niet of het een zegen of een vloek voor hem is dat zijn diensten zo van pas komen. Om werk zit hij nooit verlegen.

Ik kom hem altijd tegen op “The Green”, een veldje waarop je volgens de Yale-wervingsbrochure ’s middag een dutje kan doen, tenminste—al schrijven ze dat er niet bij—wanneer je wakker wilt worden in één of andere Dutroux-kelder in Westville. Hij is ook al zo’n kleintje; kan niet meer meten dan 1.60 meter. Maar hij is groots van kostuum! Hij draagt dag en (waarschijnlijk) nacht een cowboypak. Compleet met sporen aan zijn laarzen, een riem met ruimte voor zijn pistool en lasso, een bandana om zijn nek en een extravagante cowboyhoed. Deze zwarte cowboy van Connecticut is standaard voorzien van een Zorro-masker. Hij kijkt altijd schichtig om zich heen alsof hij op elk moment tot een duel zou kunnen worden uitgedaagd.

Er moet een afzetmarkt zijn voor die producten omdat het anders niet zo kan zijn dat er zoveel van dat soort winkels bestaan. Ik heb het over winkels waar je dingen kunt kopen voor je auto. Luchtverfrissers in de vorm van kerstbomen, sponzen wanten om je auto mee in de was te zetten of luipaardstoffen hoezen voor je autostoelen. Bij de kassa vind je glijmiddel voor je wielen. De mensen die hier komen winkelen zijn natuurlijk de vreemdste kostgangers van de wereld. Wanneer je werkelijk in de rij staat om een geborstelde aluminiumpookknop, een uitlaatsierstuk of een handremcover te kopen dan spoor je niet. Mijn madame fragile, opruimmeneer en black cowboy komen mij telkens weer volstrekt normaal voor wanneer ik geconfronteerd wordt met bovenstaande types. Wie is er nu in de war: degene die propjes van straat raapt of degene die het nodig vindt om een regenhoes te kopen voor zijn paraplu? Wie is nu gek: iemand die, zich terdege bewust van haar gebrek aan evenwicht, vraagt om steun van anderen of de verpleegkundige die mij standaard een rolstoel aanbiedt wanneer ik het gezondheidscentrum binnenLOOP voor een routine controle? En onze cowboy? Die heeft natuurlijk volstrekt gelijk. Het is hier per slot van rekening net het Wilde Westen.

Voor vandaag heb ik een recept dat ik maakte tijdens de kerstdagen. Het komt (weer) uit het kookboek “Tender” van Nigel Slater. Het is een salade van rode kool, blauwe kaas en walnoten.
Voor twee personen heb je meer dan genoeg aan:

1 kwart rode kool
een halve venkel
een (russet) appel (ik gebruikte een ordinaire pink lady)
een beetje citroensap
een middelgrote wortel
150 gr blauwe kaas
een handvol walnoten
1 stengel bleekselderij
2 el rode wijnazijn
2 tl milde dijon mosterd
3 el pindaolie
2 el walnootolie (ik gebruikte 5 el walnootolie en liet aanschaf van de pindaolie achterwege)
een snufje suiker

Versnipper de rode kool en de venkel. Snijd de appel in kwarten, verwijder het klokhuis en snijd in dunne plakjes. Doe allemaal in een grote schaal en druppel wat citroensap over de appel om te voorkomen dat deze verkleurt. Snijd de wortel in luciferstokjes en snijd de blauwe kaas in dunne plakjes. Voeg toe aan de schaal. Toast de walnoten in een koekenpan tot ze beginnen te geuren. Snijd ook de bleekselderij in dunne plakjes. Doe alles in de schaal. Voor zover de inhoud van de salade.

Voor de vinaigrette meng je de azijn met de mosterd en een beetje zout en peper. Voeg de olie toe en een beetje suiker. Meng alles goed door elkaar. De salade is ook de volgende dag nog erg lekker.

donderdag 22 december 2011

Bananenrepubliek 2

Op donderdagochtend 15 december was Suzanne Hart nietsvermoedend op weg naar haar werk aan Madison Avenue in New York. Ze wilde in de lift stappen en haar voet raakte per ongeluk verstrikt tussen de lift en de verdieping. Terwijl de liftdeuren nog openstonden, werd ze omhoog gesleurd en dood gedrukt tussen twee verdiepingen. In juni was de lift nog geïnspecteerd en was er niets mee aan de hand gebleken. Suzanne was 41 jaar oud.

Dit was vast een verschrikkelijk ongeluk dat overal had kunnen gebeuren maar het gebeurt in Amerika en dat verbaast me niets. Met verwondering en afgrijzen moeten Echtgenoot en ik keer op keer toezien hoe moeilijk het in Amerika blijkt te zijn om dingen op een goede manier te laten repareren. Eigenlijk kan ik wel zeggen: om dingen hier op een goede manier te regelen. Zo bleek één van de deuren in ons New Yorkse Upper West Side appartement niet langer open te kunnen omdat de schilders zoveel verf hadden gebruikt dat ze de deur letterlijk hadden dichtgeschilderd. Regelmatig moest het hele keukenplafond weer worden verwijderd vanwege lekkage en wij liepen meerdere keren per week met al onze boodschappen tien verdiepingen omhoog omdat de lift weer eens defect was. Hier zul je mij nooit meer over horen klagen. In New Haven lijkt het allemaal nog veel slechter gesteld te zijn. Ik zweer het U: als Amerika niet zo groot was geweest en er niet zoveel mensen hadden gewoond dan was dit land nooit een wereldmacht geworden. Het zou mij niet verbazen als zou blijken dat ook het Witte Huis kampt met lekkende kranen, doorgezakte bestekbakken en wc’s die niet goed doorspoelen. Michelle en Barack zullen net als Echtgenoot en ik wel overal diepvriesbakjes onder de gootstenen hebben staan om de lekkages op te vangen.

Even van een totaal andere orde. Wist U dat de meeste Amerikanen het internetbankieren nog niet hebben uitgevonden? Echtgenoot krijgt nog steeds betaald per cheque. Een cheque die wij dan moeten cashen bij de bank. Ik meen dit serieus. Ook de huur maken wij per cheque over. Allemaal handgeschreven. Soms krijgen wij een boze e-mail (e-mail is een paar jaar geleden tot deze contreien doorgedrongen) omdat de huur niet op tijd zou zijn betaald. Daar is nooit iets van waar. Die cheques verschijnen dan opeens wonderbaarlijk drie maanden later bij ontvanger. Ik heb U al eens verteld over het functioneren van de posterijen dus dit is niets nieuws.

Op yoga moet je goed opletten. De airconditioning/verwarmingsinstallatie is zo afgesteld dat je hem op “cold” moet zetten als je de ruimte wilt verwarmen en je moet “warm” gebruiken als je stikt van de hitte. Dat is werkelijk van een fantastische logica. Mocht U dus vernikkelen van de kou in een Connecticutse yoga-studio vergeet dan niet de verwarming op “extra cold” te zetten.
Je kunt waarschijnlijk ook niet anders verwachten van een land waar je zo vaak technische problemen ondervindt. Zo zit je hier regelmatig zonder vaste telefoonlijn of internet omdat alle kabels boven de grond hangen zodat er bij de minste of geringste wind een tak op valt die je contact met de buitenwereld weer voor een week verbreekt. Dat drijft een natie natuurlijk ook tot de rand van de waanzin.

Overigens hoef je niet te verwachten ergens met je klachten naartoe te kunnen. Maakt je toilet nog steeds het geluid van een oude zuchtende man wanneer je doortrekt? De loodgieter heeft een 98% tevredenheidsgarantie. Pech gehad als je tot die twee procent behoort. Russell doet zijn werk altijd goed, bijna iedereen is altijd tevreden en dus het ligt vast aan de wc. Daar valt nu eenmaal niets aan te doen.

Huisbazen mogen zonder jouw toestemming gewoon je huis in. Sta je onder de douche: soit! Heb je bezoek: pech gehad. Ben je acht maanden zwanger en heb je geen zin in een invasie van werklui: had je maar eerder moeten bedenken. Vind je bouwgruis in je net gedecoreerde kerstboom toch minder geslaagd dan engelenhaar: leef er maar mee.

Voor vandaag heb ik een auberginelasagne in de aanbieding die razendsnel een plek in ons vaste repertoire heeft ingenomen. Ik raak er steeds meer van overtuigd dat aubergines eigenlijk bedoeld zijn om zonder schil te eten (denk aan baba ghanoush!) of ze moeten lekker lang gemarineerd worden en met geduld gaar gegrild. Bij dit gerecht stoom je de aubergines boven een pan kokend water en lepel je het vruchtvlees eruit. Echtgenoot en ik vinden het zo zalig dat we dit gerecht, bedoeld als hoofdgerecht voor zes personen, met zijn tweeën opeten. Nu moet ik er wellicht wel bij vermelden dat ik nogal een veelvraat ben.

3 aubergines
3 tenen knoflook, gepeld, in plakjes
paar takjes verse tijm, blaadjes geplukt
1 gedroogd rood pepertje, verkruimeld
8 el olijfolie en wat extra voor het besprenkelen
2 blikken pruimtomaten van 400 gram
kleine klont boter
scheutje balsamico-azijn
bosje verse basilicum, blaadjes geplukt, steeltjes gehakt
200 gr Goudse kaas of cheddar, geraspt
3 flinke handenvol Parmezaanse kaas
6-8 lasagnevellen (verse of gedroogde die je even voorkookt)

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Stoom de aubergines dertig minuten boven een pan kokend water (ik gebruik een wijde Creuset-pan met een stoommandje erboven), schep het vruchtvlees eruit en hak het grof. Geloof me: dit klinkt bewerkelijker dan het is! Je hebt het werkelijk zo gedaan.

Bak de aubergines, knoflook, tijm en rode peper tien minuten zachtjes in de olijfolie.

Voeg de tomaten toe, breek ze grof in stukken met een houten lepel en voeg dan de boter, balsamico, het grootste deel van de basilicumblaadjes en alle steeltjes toe. Breng aan de kook en laat tien minuten zachtjes koken tot de saus ingekookt en dik is.

Strijk een laag van de auberginesaus uit over de bodem van een grote ondiepe ovenschaal. Strooi er wat Goudse kaas en een handvol parmezaan over. Leg er een laag lasagnevellen over. Herhaal 1 of 2 keer tot de schaal vol is. Eindig met een laatste laagje Parmezaanse kaas, bestrooi met wat basilicumblaadjes en besprenkel met olijfolie.

Zet vijfentwintig tot dertig minuten in de oven tot de auberginelasagne bubbelt en goudbruin is.

donderdag 15 december 2011

Internetvriendinnen

Ik heb ze nooit ontmoet en ik prijs me gelukkig met het feit dat dit ook nooit zal gebeuren. Toch volg ik hun levens al meer dan een half jaar op de voet. Enkele keren per dag bekijk ik of er nog iets is voorgevallen waar ik het mijne van moet weten. Het is fijn dat ze zo openhartig zijn over alles wat er in hun leven voorvalt. Het zijn inmiddels mijn vriendinnen dus hoewel ze vaak wat zeuren, zou ik dat nooit hardop toegeven. Wolfje, PoppieP, Pregnantlady, vlinder15, mommytobe, boywonder, wilgraagmammieworden en inieminie. Poppie heeft net een hele zware tijd achter de rug. Ze werkt(e) bij een tuincentrum en haar baas had helemaal geen begrip voor haar bekkeninstabiliteit. Dat was natuurlijk omdat hij een kerel is en absoluut niet weet hoe zwaar het allemaal is. Dit werd door alle anderen vurig beaamd. Nou, zij zou hem weleens een “poepie laten ruiken” en kwam bij een bemiddelingsgesprek met haar echtgenoot op de proppen omdat het haar emotioneel allemaal te veel werd. Die echtgenoot heeft haar baas goed verteld waar het op stond. Ze heeft de kerstmarkt nog ingericht en daarna mocht ze van de Arbo-arts thuisblijven. Af en toe schrijft die lul van een leidinggevende zo’n brief met van die rare advocatentaal waar ze dan “helemaal van over de zeik raakt” en daar heeft ze het helemaal mee gehad. Mommytobe haat de leverancier van babydump die nog steeds niet tot levering van de babykamer is overgegaan. De lol is er nu gewoon af. Over de geboortedoos ontstond enige tijd geleden wat consternatie. Sommige aanvullende zorgverzekeringen dekken de geboortedoos volledig en andere dames moeten er, tot hun groot ongenoegen, zelf voor betalen. En dan die vervelende verloskundigen die met een meetlint aankomen om de hoogte van het bed op te meten. Of bierkisten onder het bed ook goed zijn of dat er per se klossen onder moeten. Hevig wordt er gediscussieerd over ziekenhuis of thuisbevalling, over of je nu wel of geen boterhamworst mag eten en over hoeveel gewichtstoename normaal is. Ondertussen wordt er een manier bedacht om meer coupons van de Kruidvat te verzamelen voor gratis luiers.

Eensgezind zijn ze collectief van de ene op de andere dag gestopt met poepen. Poppie, Matsiemats, viooltje en babyfaceke zijn allemaal geobstipeerd danwel geconstipeerd. En sinds kort gebruiken ze ook bergen met inlegkruisjes want ze scheiden heel wat af. Het vreemde is dat er ondanks gezonde voeding – ik eet maar vier boterhammen met sandwichspread per dag – toch sprake blijkt van zwangerschapsdiabetes. Diana1978 is blij met haar overgewicht (ze noemt het zelf obsetisas) want hierdoor krijgt ze veel meer echo’s dan de anderen. In week 27 gingen ze opeens allemaal aan de bellypaint. Dan wordt je buik door een professional beschilderd en daar wordt dan een fotoreportage van gemaakt. Voor vlotte pyjama’s moet je bij de Zeeman zijn en voor voordelige voedingbh’s bij de Wehkamp. Nu aanbeland in week 35 zijn ze allemaal moe, kunnen ze geen comfortabele slaaphouding vinden en moeten ze er vijf keer per nacht uit om te plassen. U begrijpt dat ik hun wel en wee met genoegen op de voet volg. Al kan ik het beter hun kwel en ween noemen. Maar nogmaals, geen onvertogen woord over mijn internetvriendinnen.

Mijn internetvriendinnnen schrijven allemaal op een internetforum dat speciaal is opgericht voor zwangere vrouwen, voor vrouwen die zwanger willen worden en voor vrouwen die graag foto’s van hun kinderen op internet zetten. Laat ik het forum voor het gemak Babylicious noemen om de anonimiteit van mijn meisjes te beschermen. Het forum werkt met een zwangerschapskalender. Vanaf conceptie tot geboorte kun je keuvelen met dames die op hetzelfde moment een kind verwachten. Als we internet toch niet hadden, waar hadden we dan met al onze ellende naartoe gemoeten?

Het staat me niet meer bij in welke week dit gebeurde maar het was een flinke rel. Het was ene Marjolein die zich opeens meldde. Mijn internetvriendinnnen moesten het even verwerken: een wildvreemde op hun forum. Al snel waren ze het er echter over eens. Marjolein zat in de verkeerde week. Ze was namelijk, zo bleek uit haar schrijven, nog niet zo lang zwanger als mijn vriendinnen. En mijn vriendinnen besloten eensgezind dat ze zo snel mogelijk moest oprotten. Terug naar je eigen week! De verwensingen waren niet van de lucht. Wat dacht ze ook wel niet? Een beetje in een verkeerde week gaan schrijven. Ik snapte het wel. Geen gesodemieter met zwangere vrouwen en verkeerde weken.

Voor deze week maak ik een soep waar ik nogal dol op ben. Het is soep au pistou. Een soep die natuurlijk duizenden variaties kent; dit is de mijne.

1 el olijfolie
1 grote ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, fijngesneden
3 wortels, in blokjes gesneden
3 aardappelen, in blokjes gesneden
2 preien, in ringen gesneden
400 gr kidneybonen
400 gr witte bonen
1, 5 liter groentebouillon
1 blik gepelde tomaten
1 takje tijm
2 takjes peterselie
1 kleine courgette, in reepjes gesneden
75 gr kleine pasta (bijvoorbeeld aneletti)
2-3 el pesto
100 gr parmezaanse kaas

Bak de ui, knoflook, wortel, aardappel en prei in de olijfolie in een ruime soeppan in tien minuten. Roer af en toe om. Laat de bonen intussen uitlekken.
Schenk de bouillon bij de groenten, voeg de gepelde tomaten met het vocht toe. Voeg ook de tijm, peterselie en zout en peper toe en laat de soep op laag vuur ongeveer een uur zachtjes koken.
Verwarm de bonen de laatste vijftien minuten in de soep mee. Haal de takjes tijm en peterselie eruit, pureer de helft van de soep en doe dan terug in de pan. Voeg de kleine pasta en in reepjes gesneden courgette toe en laat nog ongeveer tien minuten koken. Roer de pesto door de soep. Serveer de soep met de parmezaanse kaas.

vrijdag 9 december 2011

Bananenrepubliek

Een tripje naar het postkantoor. Dat betekent vanzelfsprekend ‘s ochtends opstaan met Snap’s “I got the power”. Zonder Snap—die gezette neger met blockhead die ons begin jaren negentig voorzong dat het zwaar zou worden maar dat we de kracht hebben (Gettin' kinda heavy /I've got the power!!/ Oh-oh-oh-oh-oh-oh-oh-oh-oh yeah)—is een tocht naar het postkantoor bij voorbaat onbegonnen werk. Dat zou zoiets zijn als de Tour de France willen fietsen zonder epo. Voor mijn geestesoog verschijnt Rocky in zijn dikke grijze joggingpak en met zijn faal oranje zweetband terwijl hij, gevolgd door een stoet kinderen, de trappen van het Philadelphia Museum of Art op rent. Zijn gebalde vuisten in de lucht, boksende schijnbewegingen makend, triomferend. Andere keren gebruik ik het beeld van de film Rocky IV waarin Rocky’s vriend Apollo Creed in de ring wordt doodgeslagen door een killing machine uit Rusland, Ivan Drago. Rocky, overmand door verdriet, trekt zich in zijn eentje terug in de eenzame Siberische besneeuwde bergen om zich daar klaar te maken voor een bokswedstrijd tegen deze onmenselijke Drago. Elke dag, vóór de training, laadt Rocky zich op door naar een foto van Drago te kijken. Hij ploetert door de sneeuw en de ijzige beekjes, zaagt knoestige houtbalken door en trekt huifkarren door de meters sneeuw en ijzel. Hij groeit een baard, verwerkt zijn verdriet en bouwt zijn spierkracht, dit alles muzikaal terzijde gestaan door een geweldige synthesizer. Rocky, I tot en met V, kan de uitdaging aan en ik, Eva, één tot en met inmiddels alweer eenendertig, moet het ook kunnen. Ook ik got the power, tenslotte. Met Snap en Rocky als geestelijk leiders moet het me lukken om een trip naar het postkantoor te overleven.

Na het ontbijt, zodra ik mijn schouders heb losgemaakt, mijn yogamatje op mijn rug heb gebonden (voor na afloop!), mijn weesgegroetjes heb gedaan en Snap en Rocky voor de honderdste keer heb aangeroepen, ga ik op weg. Ik moet drie grote enveloppen naar Nederland versturen. En ik ben er klaar voor! Ik stap in de ring. Letterlijk, want sinds zes maanden moet elke bezoeker van het postkantoor het circuit van de rolstoel afleggen om bij de rij te komen. De trappen zijn namelijk “in the process of repair”. Dit bordje, met talloze andere waarschuwingsborden omgeven, hangt er–niet gelogen–al een half jaar. De rij blijkt lang en gaat langzaam. Mensen zitten op hun knieën de zware dozen die ze gaan versturen met tape dicht te plakken. Er wordt gesteund, gemopperd en gevloekt. Het is extreem warm binnen. Vanaf 1 oktober wordt in de Verenigde Staten de centrale verwarming in alle overheidsgebouwen standaard op loeien gezet, ongeacht de buitentemperatuur. Vaak is het in Connecticut in de maanden oktober en november nog zo’n twintig graden. De wachtenden dragen allemaal een jas en de zweetdruppels biggelen langs hun voorhoofden. Het moet binnen wel drieenveertig graden zijn. Je bent een zeer gelukkig wezen als je vantevoren weet dat je poststuk in een envelop kan. Bij drie grote enveloppen hoef je maar twee keer in de rij te staan en slechts twaalf keer je eigen adres en dat van de ontvanger op te schrijven. Dit bedoel ik serieus. Linksboven moet je je eigen adres invullen; in het midden dat van de ontvanger. Alles wat je verstuurt moet worden gecheckt en dan moet je een douaneformulier invullen waarop je de inhoud en opnieuw beide adressen moet schrijven. Je moet je als afzender bekend maken omdat je wel eens het domme idee zou kunnen hebben opgevat om antrax op te sturen in plaats van een gezellig paar kerstsokken. Ik wil U niet eens lastigvallen met de procedure die het opsturen van een pakketje vergt. Nogmaals, met een paar enveloppen ben je gezegend. Je bent binnen anderhalf uur klaar en je wordt tenminste niet uitgejouwd door het personeel. Het scheelt al met al een slok op een borrel. Iets waar we inmiddels allemaal aan toe zijn.

Je kunt het de dames van het postkantoor nauwelijks kwalijk nemen. Hoewel de dames ook bij normalere, niet-bokstemperaturen bepaald niet vriendelijk zijn. Of dit nu komt door hun lange plastic nagels die het verdraaid lastig maken om douaneformulieren af te scheuren en postzegels te plakken of omdat ze een hekel hebben aan internationale post, ik weet het niet. Hoewel ik een vermoeden heb. Laatst beet één van hen mij toe dat ik niet mocht zuchten omdat ik tenslotte “9/11 niet had meegemaakt”. Een tripje naar het postkantoor.

Een boksdieet is, heb ik begrepen, ingewikkeld. De spieren van een bokser moeten kracht en energie kunnen behouden en tegelijkertijd mag een bokser niet teveel aankomen omdat hij binnen zijn gewichtsklasse moet blijven. Ik weet niet wat Rocky eet. Vijfenvijftig procent van een boksers dieet bestaat in ieder geval uit natuurlijke koolhydraten. Voor vandaag presenteer ik een eenvoudige salade van kikkererwten met feta en koriander (afkomstig uit “De smaak van mijn herinnering" van Tessa Kiros).

Volgens Tessa zijn de volgende hoeveelheden voldoende als bijgerecht voor zes personen. Je kunt deze hoeveelheid ook gewoon aanhouden als je met zijn tweeën bent. Je kunt de salade makkelijk bewaren.

250 gr gedroogde kikkererwten (een nacht in koud water geweekt) of een blik kikkererwten van 400 gr
250 ml olijfolie
1 grote rode ui, fijngehakt
5 teentjes knoflook, zeer fijn gehakt
1 of 2 rode chilipepers, zonder zaad en fijngehakt
250 gr verkruimelde feta
4 lente-uitjes, alleen het groen, fijngehakt
25 gr gehakte koriander
30 gr gehakte peterselie
sap van 1 citroen

Gebruik je kikkererwten uit blik, spoel ze dan alleen af en doe ze in een kom. Spoel geweekte kikkererwten af, doe ze in een pan, voeg ruim water toe en breng ze aan de kook. Zet het vuur iets lager en kook ze 1-1,5 uur tot ze zacht zijn maar niet uit elkaar vallen. Verse kikkererwten hebben meestal velletjes. Zodra de kikkererwten zijn afgekoeld, giet je ze af en doe je ze in een grote kom. Haal er zoveel mogelijk losse velletjes uit.
Verhit 3 eetlepels van de olijfolie en fruit de rode ui tot die gaar en lichtgoudbruin is. Voeg de knoflook en de chilipeper toe en bak deze even mee, tot je de knoflook kunt ruiken. Laat de knoflook niet bruin worden. Laat de inhoud van de pan helemaal afkoelen.
Voeg de feta, de lente-ui, de koriander, de peterselie en het citroensap toe aan de kikkererwten en breng op smaak met zout en peper. Voeg de afgekoelde knoflookolie en de resterende olijfolie toe en meng alles goed door elkaar.

vrijdag 2 december 2011

Hulpkerstmannen

Voor de negenennegentigste keer ging “Operation Santa” vandaag van start. Het officiële begin van het evenement vond plaats in het beroemde postkantoor van New York op Eighth Avenue en 33rd Street. Naar die locatie worden elk jaar veruit de meeste brieven aan de “Kerstman op de Noordpool” gestuurd. Pete Fontana, het hoofd van Operatie Kerstelfjes (ik verzin dit niet) verwacht een recordaantal brieven dit jaar. De dag na Thanksgiving kwamen er al vijfduizend brieven aan op dit postkantoor alleen. Niks geen vrolijke berichten met snoezig aandoende spelfouten in hanenpoten maar stuk voor stuk zielige brieven van kinderen die in armoede leven. Twee miljoen exemplaren worden er verwacht. In de meeste van die brieven verzoeken deze kinderen, helaas veel te vroeg wijsgeworden, niet om de Disney Pixar’s Toy Story mania for Nintendo Wii of een Star Wars The Clone Wars Deluxe Republic Attack Shuttle Vehicle maar om nuttige apparatuur voor hun ouders, winterjassen en schoenen. Pas daarna komt de wens om een cadeau voor henzelf. Ik weet niet of het de hormonen zijn die Uw reporter opbreken maar ik vind het hartverscheurend. Ik vond het als kind altijd maar vreemd verdacht als de Sint, afwijkend van mijn verlanglijstje, opeens een paar sloffen in de cadeauzak bleek te hebben gestopt. Gelukkig ging de Goedheiligman nooit zover dat hij ook ondergoed en sokken gaf. Het zal je maar gebeuren.

Operation Santa zoekt hulpkerstmannen om alle wensen van deze kleine brievenschrijvers te vervullen want “elk kind verdient een lach op zijn gezicht”. Amerika zou Amerika natuurlijk niet zijn als hier niet massaal gehoor aan zou worden gegeven. Doe je mee aan het project dan verplicht je jezelf de cadeaus uit de brief te kopen en deze vóór 23 december voldoende gefrankeerd op te sturen. Een Amerikaanse logé merkte vanochtend aan de ontbijttafel op dat Nederlanders die gemeenschapszin toch maar moeten missen “omdat onze verzorgingsstaat de behoefte aan dit soort grootschalige liefdadigheid ondervangt”. Ik kon hem gelukkig snel geruststellen. Met het tempo waarin het Nederlandse sociale stelsel wordt afgebroken kunnen ook wij binnen de kortste keren gezellig met zijn allen twee miljoen hulpbehoeftige zielen van een winterjas voorzien. Hebben wij het al jaren bovendien niet reuzegezellig bij het inpakken van de kerstpakketten voor de voedselbank? We lachen wat af boven de blikken knakworst en fabriekswit. Herinnert U zich nog hoe we ons helemaal bescheurd hebben toen Linda de Mol een paar jaar geleden ook besloot aan een Goed Doel te doen en alle pakketten van de Voedselbank had voorzien van sexy lingerie? Een kanten slipje in maat Medium. De ontvangers waren verbolgen omdat ze er niet inpasten: “het slipje is in maatje M, daar past mijn dochter amper in”. Tranen met tuiten hebben we gelachen. De dames hadden liever een stuk vlees ontvangen. Gelijk hebben ze, liever een stuk vlees in de mond, dan een kont in een te kleine slip die lijkt op een rollade.

Het belooft weer een vrolijke kerst te worden.

Gelukkig eerst nog even Sinterklaasavond. Voor deze week een succesrecept van mijn moeder uit de midden jaren tachtig. Zij had al vrij snel begrepen dat zelfs ik op Sinterklaasavond te gespannen was om te eten. Tenminste, om een langdurige maaltijd uit te zitten alvorens aan de stapel met cadeautjes te mogen beginnen. Ze maakte traditiegetrouw elke Sinterklaas deze soep. Hij is ook op andere avonden lekker maar voor mij hoort hij bij 5 december.

750 gram uien, gesnipperd
1 teentje knoflook, uitgeperst
1 prei, het wit in dunne ringetjes gesneden, het groen gesnipperd.
klontje boter
1 liter groente- of runderbouillon
1/8 liter crème fraîche
1 blik witte bonen in tomatensaus (ik zei U al: een soep uit de jaren tachtig!)
eventueel: een stuk salami van 200 gram in blokjes gesneden
eventueel: stokbrood en wat geraspte kaas

Fruit in een grote soeppan de uien, de knoflook en het groen van de prei in een klont boter. Roer de bouillon en de crème fraîche erbij. Breng aan de kook en laat veertig minuten pruttelen. Wrijf de soep dan door een zeef.
Roer de witte bonen met tomatensaus door de gepureerde soep. Doe nu de blokjes salami door de soep. Mocht U de soep vegetarisch willen houden, dan laat U dit uiteraard achterwege.
Verwarm de soep nog tien minuten door. Roer dan het in dunne ringetjes gesneden wit van de prei door de soep. Breng op smaak met wat zout en peper.
Eventueel, kunt U de soep nu in vuurvaste kommen schenken, elke kom voorzien van een sneetje stokbrood en wat kaas en dit alles onder de ovengrill laten kleuren.

donderdag 24 november 2011

Bumpersticker

Aan een gestresste bakfietsmoeder die “wel wat humor in haar leven kan gebruiken” kun je schrijven: “What she wants, she gets. Just in case you need a personal mantra”. Aan een ADHD-kind met een gebrekkig zelfvertrouwen schrijf je de bemoedigende boodschap “I dream great big dreams for you”. U zult het niet geloven maar Hallmark, de fabrikant van die lelijke en zogenaamd grappige wenskaarten, helpt ons tegenwoordig niet slechts meer aan een kaart maar doet zelfs suggesties van de hand over de tekst waarmee we de kaart zouden moeten voorzien. Hallmark heeft een internetsite met de meest walgelijke verwensingen. Hallmarks eigen motto “Life is a special occasion” belooft natuurlijk al weinig goeds. Hier is er nog eentje. Voor moeilijke dagen: “It’s tough...but you’re hanging in there”. Of deze voor een nieuwbakken bruidspaar: “True hearts, true love, true happiness always”. Werkelijk?

Laat ik het niet merken dat U op Uw kerstkaarten dingen gaat schrijven als “"Holding you and your family close in thought and in love." Als ik daar achterkom, dan bent U nog niet jarig. Dan is het niks geen "You're awesome! Hope your birthday is, too!" voor U dit jaar. Het zou natuurlijk helemaal vreselijk zijn als U zelf op zo’n duffe tekst bent gekomen en er vervolgens door de ontvanger onterecht van wordt beschuldigd te hebben geput uit de Hallmark bron. De beschuldiging van plagiaat is nog zo erg niet maar het idee dat Hallmark en U op één lijn zouden zitten, lijkt mij ronduit verschrikkelijk.

Soms denk ik dat de Engelse taal in het leven is geroepen voor de gevatte oneliner en het bemoedigende hart onder de riem. U kunt dat merken wanneer U weleens een hardloper vanaf de zijlijn heeft gepoogd aan te moedigen. “Go get’em!” of zelfs “you can do it!” werkt zoveel beter dan “kom op” of “je kunt het”. “You’re a champ” en “looking good” klinken op een of andere manier veel natuurlijker dan “je bent een kampioen” of “je (of dat) ziet er goed uit”.

Is de bumpersticker ook geen Amerikaanse uitvinding? Ik zat niet eerder zo vaak in de auto dus ik weet het niet zeker maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit eerder zoveel kinderachtige gevatheden aan mij voorbij heb zien scheuren. “Minds are like parachutes. They only work when they’re open”. Gisteren vond ik een website waarop je bumperstickers voor gemiddeld 4 dollar kunt bestellen. Het kost je dus niet meer dan een tube tandpasta om je auto op te sieren met “I’ve got a perfect body but it’s in the trunk and beginning to smell”, “I suffer from C.R.S. Can’t Remember Shit” of “Breast Inspection 20 feet ahead (please have’em out)”. Diezelfde prijs betaal je wanneer je je medeweggebruiker wilt opvoeden. “Can’t feed’em? Don’t breed ‘em”. Zelf vond ik de volgende tekst nuttig en leerzaam. Ik moet Echtgenoot alleen nog overhalen om hem op de auto te plakken:

“Jesus is coming. Look busy”.

Wat denkt U van een perentaartje dit weekend? Hij is zo klaar en heel lekker.



75 ml + 1 el zonnebloemolie
150 ml magere kwark of Griekse yoghurt (het is maar wat U in huis heeft)
300 gr suiker
1 zakje vanillesuiker
2 eieren
300 gr + 1 el zelfrijzend bakmeel
zout
3 niet te rijpe handperen, geschild, gehalveerd en zonder klokhuis
1 el abrikozenjam
springvorm van circa 24 cm

Verwarm de oven voor op 200 graden. Roer in een kom de olie, de kwark, de suiker en de vanillesuiker met een garde door elkaar. Roer de eieren erdoor. Voeg 300 gr bakmeel en een mespuntje zout toe en roer dit tot een glad beslag.

Vet de springvorm in met 1 el olie en bestuif met 1 el bakmeel. Schep het beslag in de springvorm.

Leg de peren in een rondje met de bolle zijde naar boven in het beslag.

Bak de taart in ongeveer een uur in het midden van de oven. Draai de taart halverwege de baktijd een slag. Een houten satéprikker moet er zo goed als schoon uitkomen maar stress hier niet over. De taart wordt nog wat droger wanneer hij afkoelt.

Verwarm de abrikozenjam en bestrijk de taart. Bestuif met poedersuiker.

donderdag 17 november 2011

Veeleisende vrouwen

Je bent nu helemaal ontspannen. Je benen zijn ontspannen, je armen zijn ontspannen, je romp is helemaal ontspannen. Adem rustig in en uit. Bij de inademing vult je buik zich met lucht, bij de uitademing laat je de lucht je lichaam langzaam verlaten. Je bent nu helemaal ontspannen. Je hebt je lichaam overgegeven aan de mat. Laat maar gaan. Concentreer je op je ademhaling, wanneer je afgeleid wordt door gedachten, accepteer die gedachten dan, stop ze in een doosje en adem door.

Ik ben inderdaad helemaal ontspannen. Het werkt. Tot ik opeens een snerpend Amerikaans stemgeluid van achter de zaal hoor klinken. Een schel “excuse me” galmt door de ruimte. Er is een mevrouw die midden in de meditatie van de yogales iets wil vragen aan de instructrice! In welk doosje zal ik mijn “godverdegodverdegodver”-gedachte eens stoppen? Ik accepteer de gedachte dat ik het hoofd van de vragenstelster wil laten afrukken door een wild beest maar niet vóórdat ik haar ontspannen ledematen eigenhandig één voor één met bijl en zaag heb bewerkt. Mijn lichaam is alleen helemaal niet ontspannen meer. Mijn benen niet, mijn romp niet en mijn armen ook niet.

Er is een typisch Amerikaans verschijnsel dat echt alleen maar hier voorkomt. Gelukkig maar. Het is een bepaald soort vrouw. De vrouw die heeft geleerd assertief te zijn, voor zichzelf op te komen en vooral goed voor zichzelf te zorgen want “een ander doet het niet”. Ik doel niet op de Nederlandse variant van “een goeie meid is op haar toekomst voorbereid”. Ik bedoel zelfs niet de Nederlandse vijftiger met henna gekleurd haar die in een zaal vol mensen het lege podium beklimt om op blote voeten en met dichte ogen te dansen op Afrikaanse trommuziek en zichzelf heeft voorgenomen niet meer met zich te laten sollen. Het soort vrouw over wie ik het nu heb, kent U in Nederland niet. Het is de vrouw die haar gerecht drie keer terugstuurt naar de keuken omdat ze vermoedt dat er toch een beetje eigeel in haar “all egg white” omelet is geslopen. Het is de vrouw die zich nimmer nooit niet het kaas van de boterham zou laten eten (als ze kaas zou eten). Als er een verdwaalde pit in haar verse “oj” (orange juice) zit dan foetert ze het personeel uit. Ze wil haar caesar salad zonder caesar en haar friet zonder aardappel.

Ik kom tegenwoordig regelmatig met dit soort vrouwen in aanraking. U moet weten dat ik sinds een tijd wat vaker in het medische circuit verkeer. Niet omdat ik ziek ben (tenminste niet dat ik weet) maar omdat ik een kind verwacht. In Amerika brengt dat – mits je goed verzekerd bent – een héle hoop controles en zwangerschapsvoorlichtingsavonden met zich mee. En op dat soort avonden vind je dit soort vrouwen. Zij kunnen je altijd wel wijzen op alwéér een nieuwe wetenschappelijke studie waaruit is gebleken dat groene bladgroenten gezonder zijn dan rode appels, dat een geboortebad effectief is in het opvangen van de weeën, dat het Chico Keyfit 30 autostoeltje het veiligst is en dat het belang van het interviewen van alle drieduizend-vierhonderd-achtenvijftig kinderartsen in Connecticut een absolute noodzaak is. Een ieder die dat niet doet, moet preventief het ouderschap worden ontzegd. Zo’n vrouw komt standaard bewapend met notitieblokje naar de bijeenkomst en heeft altijd, hier zijn geen uitzonderingen mogelijk, een watje van een vent. Zo’n man op teenslippers die de vraag “Wat doe jij eigenlijk?”, altijd beantwoordt met “wat zij wil”.

Dit verderfelijke soort geeft mij de indruk dat ik zeer onverantwoordelijk bezig ben omdat ik mij niet heb ingelezen in ALLES. Alsof ik alle onheil over mezelf afroep door me niet alle wetenschappelijke artikelen die verschijnen eigen te maken. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee.

Ik accepteer de gedachten die ik over dit soort vrouwen heb en zal ze niet met hun notitieblokjes te lijf gaan. Ik blijf rustig zitten en laat het allemaal over me heen komen. Ik ben helemaal ontspannen.

Een omelet eten zonder eigeel is hier heel gewoon. Ik vind het absurd. Als U het mij vraagt zit de smaak van het ei nu juist in de dooier. Voor vandaag bereid ik dan ook een luchtige omelet met eiwit én eigeel.
Voor 1 persoon heeft U nodig:
2 grote scharreleieren, waarvan U het eiwit en het eigeel scheidt.
zeezout en versgemalen peper
een klontje boter
25 gr belegen kaas

Sla de eiwitten stijf in een vetvrije kom, tot het schuim stevige pieken vormt. Klop de eidooiers in een andere kom met wat zeezout en peper tot een romige massa. Spatel het eiwitschuim voorzichtig met een lepel door het eigeel. Verwarm de boter in een middelgrote koekenpan. Schenk vervolgens het eimengsel uit over de bodem van de pan. Bak 2 minuten op matig vuur waarna U de kaas over de omelet strooit. Bak de omelet nog een minuut of wat totdat de onderkant lichtbruin kleurt. Vouw de omelet dubbel en laat op een bord glijden.

donderdag 10 november 2011

De marathon

Ze werd geboren uit een verkrachting. Haar moeder was toen dertien jaar oud. Haar moeder liet haar in de steek en ze werd geadopteerd door ouders die haar lichamelijk en geestelijk mishandelden. Ze ging aan de cocaïne, kwam in aanraking met justitie en toen ze zelf 13 was, werd ook zij verkracht om vervolgens te bevallen van een doodgeboren kind. Kunt U raden over wie ik het nu heb? Ze is heden ten dage één van de meest succesvolle en rijkste vrouwen ter wereld. Juist, Oprah Winfrey. Tegen alle verwachtingen in, vechtend tegen overgewicht en racisme, werd zij de stinkend rijke beroemdheid die ze nu is. Dit verhaal moet U motiveren en inspireren om meer uit Uw eigen leven te halen. Als zij het kan, kan U het ook. Gebruikt U wel Uw volledige potentieel in dit leven? Kom van die bank af en begin met de eerste dag van Uw nieuwe leven!

Mocht U in de gelukkige positie verkeren een oorlogsveteraan zonder benen, een bijstandsmoeder, een allochtoon met een verstandelijke beperking of een meer dan driehonderd kilo wegende persoon te zijn, dan zullen Amerikanen U spoedig in hun hart sluiten. Het enige dat U hoeft te doen is de boel omgooien. Een flinke dosis doorzettingsvermogen en bijbehorende tranen doen de rest.

Ik denk dat U inmiddels wel kunt raden waar ik afgelopen zondag was. De marathon van New York. De marathon, een hardloopevenement dat in de loop der jaren van een sportieve prestatie is verworden tot een bedevaartsoord voor een ieder die zichzelf iets te bewijzen heeft. Uiteraard waren Echtgenoot en ik al vroeg uit de veren. Echtgenoot wilde zien of Geoffrey Mutai opnieuw zou laten zien hoe oppermachtig hij op dit moment is. En reken maar dat hij het liet zien. In twee uur, vijf minuten en zes seconden (twee minuten en zesendertig seconden sneller dan het oude parcoursrecord) rende hij de finish over. Wij stonden op één uur en zevenenvijftig minuten en zagen hem gracieus als een hinde over de laatste helling in Central Park rennen. Wat een prachtig gezicht. En wat een fantastische sporthelden volgden. Onze eigen Rens Dekkers finishte als twintigste. Echtgenoot herkende hem en juichte hem enthousiast toe. Ik volgde zijn voorbeeld. Rens verloor zeker drie seconden omdat hij van verbazing bijna vergat te rennen. Als late inschrijver in het eliteveld droeg hij geen naam onder zijn nummer. En in dat verre New York zal hij waarschijnlijk niet hebben verwacht in het Nederlands aangemoedigd te worden. Bovendien, de grote sterren, daar is niemand in geïnteresseerd. De serieuze amateurs die er fulltime banen op nahouden, negen keer of vaker in de week trainen, tot ze een bloedsmaak in hun strot hebben en hun benen bij elke stap pijn doen, die worden niet interessant geworden. De mensen die hard hebben getraind om de marathon binnen een redelijke, sportief te bewonderen tijd te rennen worden maar mondjesmaat toegejuicht.

Mensen, en met name Amerikanen, houden van de stumpers die zich na zevenenhalf uur over de finish slepen. Ik ben er zondagavond getuige van geweest. Het was inmiddels donker, de meeste renners hadden uitgelopen, waren gedoucht, hadden geslapen en gegeten. De snelle Kenianen zaten alweer in Kenia. Waren wellicht alweer aan het trainen voor de Olympische marathon in Londen. Onze Rens zat bij moeders thuis achter een bord dampende andijviestamppot. Daar kwamen ze, onze overwinnaars. Murphy met zijn moeilijke knieën, Jessica, tranen met tuiten huilend en Connor, badend in het zweet, hijgend om zuurstof, struikelend over de finish na een wandeling die niet veel langer was dan die U en ik op een herfstdag door het bos afleggen (of misschien loopt U het Pieterpad wel). De toeschouwers aan de kant joelden hun kelen schor. De spandoeken met teksten als “Run, Connor, Run” en “Getting up early to make this sign wasn’t easy either” kwamen nu tevoorschijn. De claxons, fluitjes en vuvuzela’s werden druk bespeeld. De stumpers zijn de echte helden van Amerika.

Voor deze week een après-marathonsoepje: kaas-mosterdsoep met tortellini. Een tikkeltje ordinair maar wel erg smakelijk.

1 rode paprika
25 gr boter
25 gr bloem
150 gr sperziebonen
1 groentebouillonblokje
half zakje tortellini met kaasvulling
2,5 deciliter melk
150 gr geraspte oude kaas
2 el grove mosterd
zout en peper

Smelt in een soeppan de boter en roer de bloem erdoor. Voeg in gedeelten 6 deciliter water toe en roer af en toe.

Breng het water aan de kook.

Maak intussen de sperziebonen schoon en snijd de paprika in reepjes.

Voeg paprika, sperziebonen, bouillontablet en pasta toe.

Laat alles met de deksel op de pan 12 minuten koken.

Voeg de melk, geraspte kaas en mosterd toe.

Verwarm de soep al roerend tot de kaas is gesmolten. De soep mag nu niet meer koken.

Breng op smaak met zout en peper

vrijdag 4 november 2011

Tafelmanieren

Onze zelfuitgeroepen “polderdandy” Jort Kelder heeft sinds een aantal weken een nieuw programma “Hoe heurt het eigenlijk?”. In het programma onderzoekt Jort op komische wijze de mores van de oude en nieuwe elites van Nederland. Oud geld wordt bezocht in kasteel of op landgoed, nieuw geld ontmoet hij op de Miljonair Fair, in het Gooi of in St. Tropez. Zo leerde ik van Jort dat als je wilt laten zien dat je oud geld “bent” je er bij moet lopen als clochard, je huis met mos moet laten begroeien en in een tweedehands autootje moet rondrijden. Nieuw geld rijdt ofwel met een open golfwagentje over de pas gemaaide nieuw verworven eigen hectaren ofwel in een P.C. Hoofstraat-tractor door de P.C. Hooftstraat zonder ooit gehoord te hebben van P.C. Hooft, laat staan iets van de goede man te hebben gelezen. Nieuw geld zegt horloge in plaats van klokje en braadt zich oranjebruin onder de zonnebank.

Jort is in zijn programma bewapend met bretels en een editie van Amy Groskamp-ten Have’s “Hoe heurt het eigenlijk?”: “een etiquette-bijbel die al generaties geldt als de houvast voor ‘nette mensen’ in kwesties van fatsoen en goede smaak”. Ik laat die bretels graag aan hem over maar heb voor de gelegenheid wel Amy’s boek ter hand genomen. Ik vraag me namelijk al een tijd af hoe het heurt aan tafel. Amy geeft duidelijkheid: “Zij, die gesteld zijn op goede vormen en manieren (en dit geldt óók voor dagelijksch gebruik in den huiselijken kring!) moeten niet: leunen, noch over de tafel hangen, niet eten met de ellebogen op de tafel geplant, niet met open mond eten, niet smakken, niet slurpen, niet morsen, nimmer met de vingers de spijzen aanraken, niet praten met eten in den mond, niet drinken met eten in den mond, geen eten - ook geen kruimels - uit den mond laten vallen, geen groote happen nemen noch de mond haastiglijk vol proppen, nimmer aardappelen met het mes snijden, niet spelen met het dessertzilver, dat boven aan het bord ligt, noch de steel van het wijnglas tusschen de vingers laten draaien, noch pilletjes draaien van broodkruimels, onder het praten niet gesticuleeren met vork, mes of lepel in de hand en ten slotte: niet prakken! d.w.z. eten fijndrukken met de vork, de verkregen substantie omroeren en nog eens omroeren en ten slotte naar den mond brengen; ook stapele men z'n bord niet torenhoog op. Dat alles is in strijd met de goede vormen”.

Deze wil ik U ook niet onthouden: “Mocht het gebeuren, dat men een vischgraat of iets waaraan een bedorven smaak is in den mond krijgt dan brenge men vork of lepel dwars voor de lippen en wippe het oneetbare stuk er rustig en zonder opzien te baren uit, op dezelfde wijze waarop men pitten van gestoofde vruchten, - compôte - op den lepel deponeert”.

Amy is getuige de phrase “ook stapele men z’n bord niet torenhoog op” vast nooit in Amerika geweest! Hamburgers en hotdogs eet men bovendien niet alleen met de hand en met de ellebogen op tafel maar ik zie hier ook dikwijls kruimels uit monden vallen, en monden worden wel degelijk “haastiglijk” volgepropt met “groote happen”. De Amerikaan deinst er bovendien niet voor terug om zijn hap hamburger weg te spoelen met een grote slok Cola, het liefst weggeslurpt door een rietje. Ik mag daar niet flauw over doen: in een hamburgertent vind je hamburger-tafelmanieren. Dat zal allemaal best.

Er zijn echter Amerikaanse tafelgewoonten (zeg maar gerust, hindernissen) waar ik Amy niet over hoor en die ik graag met U deel. Gedeelde smart schijnt halve smart te zijn. Of je nu in een chique of eenvoudig restaurant eet, het gaat hier vrijwel altijd mis. De bediening is veel te aanwezig. Op veel te hoge toon (alsof toonhoogte en vriendelijkheid hand in hand gaan) vragen diensters veel te vaak of alles nog naar wens is. Afgezien van het feit dat U dit vijf minuten geleden ook al vroeg en ons nu wéér stoort in onze conversatie, is alles inderdaad naar wens. Fijn dat U mijn glas veel te koud water waar ik één slok uit heb genomen, nog even bijvult. Kom dat over een paar minuten nog maar eens doen. U weet hoe snel water verdampt en ik moet me niet teveel op mijn gezelschap kunnen concentreren. Moet ik met volle mond echt antwoord geven op de vraag of mijn eten smaakt? En, als ik mijn bestek zo neerleg, betekent dit inderdaad dat ik nog niet uitgegeten ben. Toch fijn, dat U alvast de rekening aan ons presenteert en daar, met die liefkozende stem van U, bij zegt dat we vooral onze tijd moeten nemen! De tijd nemen voor je maaltijd lukt ook zo gemakkelijk wanneer de borden van je gesprekspartners bij het laatste hapje direct onder hun snufferd worden weggetrokken. Het is zo gezellig eten met een afgeruimde tafel. Is dit nu zoals het in Amerika heurt? Er zijn gelukkig ook Amerikanen die zich dit afvragen. De vraag is: wordt het inmiddels als goede service beschouwd om een bord weg te nemen zodra iemand duidelijk maakt klaar te zijn met eten?

Na Kelderiaans onderzoek moet ik vaststellen dat het antwoord op die vraag niet eenduidig is. Over het algemeen is het ook hier etiquette om de tafel pas af te ruimen als iedereen klaar is met eten. Echter veel restaurantgangers willen blijkbaar zo snel mogelijk van hun bord verlost worden. Ze schuiven hun bord zover mogelijk bij zich vandaan om het bedienend personeel te informeren over deze wens. Dieetboekenschrijver Jonny Bowden raadt het zelfs aan in zijn “Living the low carb life”. Bestel gerust een hamburger, eet de helft en laat de andere helft zo snel mogelijk ophalen zodat je niet gedachteloos de rest van je bord leegeet enkel en alleen omdat je een langzame tafelgenoot hebt.

Deze hamburger-tafelmanieren houden inmiddels dus ook de chique restaurants in hun greep. Bestel gerust foie gras (als je daar voor de rest geen morele bezwaren tegen hebt), eet de helft en laat de andere helft voordat je “foie gras” kunt zeggen weer meenemen. Als U van plan bent het gehele gerecht op te eten, dan moet U dat zelf weten, maar kijk dan niet op van een verdwijnende taille en een verschijnende rekening. Zo worden wij – de beschaafde liefhebbers van kleine Franse hapjes – geslachtofferd. We moeten bunkeren als machinebankwerkers om nog enigszins aan ons gerief te kunnen komen. Vergeet het maar dat U twee glazen wijn kunt drinken in de twintig minuten tijd die U van de dienster krijgt om Uw bord leeg te eten. Dineren wordt er niet leuker op. Maar, neem gerust Uw tijd. Die rekening wacht wel.

Thuis eten kan dus wel zo ontspannen zijn. Voor vandaag stel ik een groene salade voor met gekarameliseerde pecannoten, blauwe kaas en peer.
De hoeveelheden voor de salade laat ik een beetje aan ieders fantasie over. Houdt U van Amerikaanse torenhoge stapelhoeveelheden of bent U een meer bescheiden eter?

Nou vooruit, voor vier personen heb je ongeveer nodig:

Voor de gekarameliseerde noten:
150 gr pecannoten
2 of 3 el bruine suiker
1 tl olijfolie
1 el balsamico azijn
bakpapier

Voor de vinaigrette:

olijfolie
1 citroen
1 tl dijonmosterd
zout en peper
Voor de rest heb je nodig:

2 rijpe peren, geschild en in partjes gesneden
groene sla (neem verschillende soorten)
blauwe kaas, bijvoorbeeld gorgonzola, verbrokkeld, hoeveelheid naar smaak

Meng suiker, olie en azijn in een pan op middelhoog vuur totdat de suiker is gesmolten en de siroop aan het bubbelen is, ongeveer drie minuten. Doe de pecannoten erbij en roer totdat de noten allemaal bedekt zijn onder een laagje siroop, hooguit vijf minuten. Spreid de noten uit over een bakplaat bedekt met bakpapier en laat rusten totdat de noten volledig zijn afgekoeld.
Maak een simpele vinaigrette op basis van olijfolie, citroensap, zout, peper en wat dijonmosterd. Leg de gewassen en gecentrifugeerde sla op een plat bord en meng met de vinaigrette. Doe dit bij voorkeur met de hand. Het is veel lekkerder als je de sla niet helemaal overgiet met vinaigrette maar net genoeg gebruikt om de sla een dun laagje te geven. Je kunt de hoeveelheid veel beter inschatten als je de vinaigrette met de hand door de sla mengt. Verdeel er de gekarameliseerde pecannoten, de verbrokkelde blauwe kaas en de partjes peer over.

donderdag 27 oktober 2011

High five

Om een beladen moment in een film te benadrukken maken filmmakers gebruik van slow motion. Van jongs af aan een fan van boksfilms, houd ik erg van deze techniek. De vertraagde ram op een kaak die de stand van de mond verandert en misschien de mond zelfs breekt, het bitje dat uit de mondholte wordt geslagen en met vertraging op de grond terechtkomt en de zweetdruppels die met extra geweld en vaart het gezicht van de geslagene verlaten. Ik kan daar ademloos naar kijken. Met sportwedstrijden kunnen ze er ook wat van. Met name harde overtredingen worden, indien onbestraft gebleven, eindeloos in “slowmo” herhaald. Ook dat is smullen. Smullen met afgrijzen omdat je soms daadwerkelijk kunt zien dat er bij een sliding een been wordt gebroken of een meniscus wordt gescheurd. Het aanschouwen doet een beetje zeer. Jammer dat ook arthouse movies van de techniek gebruikmaken. Die films zijn vaak al zo tergend langzaam dat ik niet inzie waarom we in extra vertraging moeten worden gekweld door het vooruitzicht dat die waterdruppel pas over een minuut de bodem van dat glas gaat raken. Waar zit daar in vredesnaam de spanningsboog?

Gisteren had ik mijn eigen slow motion moment. U moet weten dat ik sinds een aantal maanden weer dans. Dat gaat vaak erg goed hoewel ik vermoed dat dit meer te maken heeft met het beroerde niveau van de medecursisten dan met mijn talent. Er werd een nieuw pasje geïntroduceerd en dat had ik al snel onder de knie. Het ging lekker en ik vermoedde nog niets. En toen gebeurde het, op een moment dat je het het minst verwacht. De les was afgelopen en ik liep volstrekt onschuldig naar mijn flesje water. De danslerares kwam mij echter achterop en stak haar arm demonstratief en enthousiast in de lucht. Zij verwachtte van mij hetzelfde! Oh God, ze verwachtte een high five. Ik kon niet teleurstellen. Zweterig ongemak bekroop me en schaamte maakte zich van mij meester. In slow motion zag ik mijn eigen arm de hare in de lucht ontmoeten. Een klap van de twee handen en het moment was vervlogen. In mijn gedachten bleven de handen echter nog een tijdje in de lucht hangen, de handen tegen elkaar aan gedrukt. Een high five is vies. Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die daar zo over denkt. U heeft daar vast ook zo Uw gedachten over. Het heeft iets samenzweerderigs. Ik zal er niet van opkijken als we binnenkort een foto in de krant zien staan van Angela Merkel en Nicolas Sarkozy die hun snode plannen voor Europa beklinken met een triomfantelijke high five. Angela geeft inmiddels al teddyberen aan Nicolas. Zo’n dure Duitse Steiff beer – zal die uit een Nederlands pensioenfonds zijn gefinancierd? – dus een high five laat niet lang meer op zich wachten. De danslerares wilde met mij high fiven omdat ik haar danspasje had begrepen. Als je een danspasje begrijpt dan ben je binnen. Moammar Gaddafi danste in 2009 nog keurig in de maat en kreeg een high five van Barack Obama. Vergis je je in de passen, dan kan dit zo afgelopen zijn. Dan wil Angela haar beer terug en moet Gaddafi en plein public worden geliquideerd. Dat levert prachtige slow motion beelden op voor de film. Wat ik zeg, je moet uitkijken met high fives.

Zullen we voor de gelegenheid maar eens onze spruiten roosteren in plaats van stuk koken (zie “Eva kookt over”)? Dit is zo simpel dat het nauwelijks een recept is te noemen. Het is slechts een suggestie om spruiten eens op een andere manier te bereiden. Mij bevalt deze manier zeer!

Je hebt hiervoor nodig:

zoveel spruiten als je op kunt
olijfolie
grof zeezout
peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Maak de spruitjes schoon. Meng de spruitjes in een kom met een ruime hoeveelheid olijfolie, zout en peper. Leg de spruiten in een ovenschaal en rooster in dertig tot veertig minuten bruin en knapperig. Amerikanen geven de voorkeur aan grote spruiten: Nederlanders verkiezen de kleinere. De roostertijd is uiteraard afhankelijk van de grootte van de spruit. Schud de ovenschotel van tijd tot tijd om de spruitjes aan alle kanten bruin te roosteren. Besprenkel met extra zeezout en eet de spruitjes alsof het frietjes zijn.

donderdag 20 oktober 2011

Billen

Tijdschriften: ik ben er dol op. Zó dol dat Moeder en Schoonmoeder een roulatiesysteem hebben ontwikkeld waardoor ik iedere maand mijn portie Nederlandse modetijdschriften thuisgestuurd krijg. In de Jantje van deze maand las ik dat het tegenwoordig zomaar kan gebeuren dat kleuters op school voor hun verjaardag trakteren op Iphones. Ik trakteerde altijd op zelfgemaakte kaasmuisjes (de oren bestonden uit kleine stukjes chips), zelfgebakken chocolade dobbelstenen van cake of een volgetekende envelop gevuld met rozijnen. Na het uidelen mocht je als jarige de klassen rond en als feestelijk slot kreeg je een sticker. Die sticker mocht je vaak zelf uitzoeken! Die leerkrachten staan nu dan toch mooi in hun hemd met hun armzalige stickers. Of hebben die tegenwoordig Steve Jobs gadgets waar de kleuters hun keuze uit mogen maken? U kunt trouwens ook niet verwachten dat U heden ten dage een kinderpartijtje bij U thuis kunt vieren met slingers, ballonnen, limonade en een bordspel. De huidige kleuter verwacht een kinderspa waar hij of zij een manicure krijgt, met als sluitstuk een chocolademasker. Zo las ik. Allemaal reuze handige informatie, zelfs als U geen kinderen hebt. Ik kan me geen leven meer voorstellen zonder die kennis. In september las ik al dat Kate Middleton zwanger was van prins William (wie had dat mogelijk geacht, van die William, bedoel ik dan, hè) en nog wel van een tweeling. Dat soort informatie kun je vrij gemakkelijk opdoen in de rij van de supermarkt in People Magazine. Of het waar is, valt te betwijfelen. Dat het amusant is, daar twijfel ik nooit aan. Als U wilt weten hoe U met zes minuten per dag sterkere binnendijspieren krijgt, dan raad ik U de Cosmo van deze maand aan.

Amerika is het land der tijdschriften (het land van de onbeperkte mogelijkheden is het nooit geweest). In News Haven verkoopt mijn Pakistaan een paar honderd verschillende tijdschriften. Ik telde er alleen al elf over wapens. Er zijn speciale tijdschriften over messen, zwaarden en vuurwapens. Deze laatste categorie maakt het leeuwendeel uit van de collectie. Ook als je ziek, zwak en misselijk bent dan heeft de tijdschriftenwereld je genoeg te bieden. Heb je arthritis dan kun je kiezen tussen het Arthritis Journal en de Arthritis Today. Wil je lijken op Hulk Hogan dan zijn er stuk of vijfentwintig bodybuilding tijdschriften te koop. De snor zul je jezelf ergens anders moeten laten aanmeten. Ik kan de eindeloze stroom hobbytijdschriften, dierentijdschriften, eet-, seks-, dieet-, mode-, roddel, royalty-, muziek en puzzelbladen ongetwijfeld onbesproken laten. Hoewel de categorie “hiphop” mij blijft fascineren.

Met name het tijdschrift “Straight Stuntin” is een absolute eyecatcher. Playboy en Hooters magazine steken daar schraal bij af. Op de cover prijkt elke maand weer een rappende neger in een ruimvallend joggingpak met dikke gouden ketting die geflankeerd wordt door twee zeer schaars geklede zwarte meisjes met enorme achterwerken. Prachtige achterwerken die ze voor de foto nog wat pronter naar achteren hebben gestoken terwijl de dames zich schalks kijkend naar de toeschouwer wenden. Het is een fantastisch blad. Straight Stuntin Magazine beoogt bekendheid te geven aan vrouwen die anders onopgemerkt zouden blijven. Het tijdschrift geeft erkenning aan “our sisters” zonder dat zij zich hoeven te verlagen om die erkenning te krijgen. Dagelijks zien de makers van het blad vrouwen dingen presteren die geen aandacht krijgen omdat deze vrouwen nog geen celebrity status hebben. Dit tijdschrift wil een einde maken aan deze onterechte anonimitiet, aldus de doelstelling van de makers. Dat wist U vast niet, dat naakte vrouwen op tijdschriften symbool staan voor onze emancipatie.

Het werd hoog tijd dat het hebben van een pront goed geolied achterwerk als talent wordt beschouwd. Hoe vaak moeten we niet horen dat iemand zo’n mooie stem heeft of zo goed piano kan spelen? De dames in dit tijdschrift zijn echt veel talentvoller dan J.lo, Beyonce of Shakira met hun schamele scharregatjes. Deze bipsen zijn voller, groter, zwarter en glanzender.

De kont was ten onrechte het ondergeschoven kindje, werd oneerbiedig bestempeld tot “zitvlak”, “gat” of “krent”. De makers van “Straight Stuntin” geven ons eindelijk een verdiende schop onder onze reet.

Voor deze week een recept dat ik bij toeval ontdekte. Ik ben vast niet de enige die standaard een halve bak ricotta op het punt van bederf in de koelkast heeft staan. Wat te doen wanneer ook U graag een steentje aan de emancipatie wilt bijdragen? Hoe krijgt U het gewenste achterwerk? Welnu, maak ricottakusjes, ofwel: baci di ricotta. Een heerlijk calorierijk dessert!

Voor ongeveer dertig kusjes heb je nodig:

250 gr ricotta
1 ei
75 gr bloem
1 1/2 tl bakpoeder
snufje zout
1/2 tl kaneel
1 el suiker
1/2 tl vanille extract
olie om te frituren
wat poedersuiker om de kusjes te bestrooien

Klop de ricotta en het ei in een kom tot een glad mengsel. Klop de bloem, het bakpoeder, het zout, de kaneel, de suiker en het vanille extract erdoor tot een glad beslag.
Verhit de frituurolie in een diepe koekenpan of een frituurpan tot ongeveer 175 graden celsius. In een koekenpan lukt het prima maar gebruik wel voldoende olie. Schep met een theelepel bolletjes van het beslag en laat ze voorzichtig in de olie glijden. Bak er 5-6 tegelijk. De balletjes draaien zich om wanneer ze goed zijn. De baktijd is ongeveer 2 minuten.
Laat ze uitlekken op keukenpapier en leg ze daarna opgestapeld op een mooi bord. Bestrooi met poedersuiker en eet ze zo warm mogelijk.

donderdag 13 oktober 2011

Pruimentaart

Er stond altijd al wel een opmerkelijk lange rij maar daar had ik verder nooit iets achter gezocht. De taartjes waren ook verdacht duur en daar had ik mijn schouders maar voor opgehaald. Ik had sinds een paar maanden een absolute verslaving opgevat voor pruimentaart. En deze pruimentaart, te koop op de biologische markt in New Haven, was de lekkerste pruimentaart ter wereld. Zaterdag, drie weken geleden, was ik pas om elf uur op de markt. De pruimentaart was uitverkocht. De verkoper vertelde me dat er net een mevrouw was langsgeweest die alle resterende zeven stukken had gekocht. Ik heb serieus overwogen naar deze vrouw uit te kijken, haar te vloeren en er met de taartjes vandoor te gaan. De verkoper was me behulpzaam door me haar signalement op te geven. De verkoper was trouwens voor het overige ook ontzettend aardig. Uiteindelijk verliet ik zijn kraampje met een galette van abrikozen en een enkele verdwaalde pruim. In een vlaag van volwassenheid, daar word ik de laatste tijd wel vaker door overvallen, besloot ik de taart zelf te gaan bakken. New Haven is immers al crimineel genoeg zonder dat ik ook nog eens op boevenpad ga. Dat viel nog niet mee. Wat zat er in deze verzameling van vreugde? Het lekkerste van de taart was de combinatie van zoet en zuur. Van het ietwat knapperige deeg, de zachte zoete spijsvulling en dan het zure antwoord van de pruimen. Ik kon geen recept vinden dat ook maar enigszins in de buurt leek te komen van dit perfecte taartje.


Ik heb het wel geprobeerd. Uiteindelijk leek de Dimply Plum Cake van Smittenkitchen.com (een formidabele kookwebsite!) qua uiterlijk nog het meest op mijn taart.

En toch was het hem niet. En dat baarde me zorgen. De verkoper had me immers verteld dat het pruimenseizoen weldra afgelopen zou zijn en ik dus spoedig elke zaterdag met lege handen zou komen te staan. Je moet er niet toch niet aan denken. Ik was al op zoek naar afkickklinieken.

En opeens was daar de oplossing. Op het taartdoosje van de galette bleek de naam van de bakkerij te staan: “Sono Bakery.” Sono bleek voor South Norwalk te staan, een plaatsje waar de verkoper van de marktkraam de eigenaar bleek te zijn van een “beroemde” bakkerij. De verkoper/eigenaar/bakker en uitvinder van mijn taartje bleek, behalve een redelijk aantrekkelijke Italo-Amerikaan, John Barricelli, een voormalige assistent van Martha Stewart. Nu was, zo las ik, onze John ook regelmatig te bewonderen in The Martha Stewart Show en in Everyday Baking. Wist ik veel, ik heb geen televisie. De Sono Baking Company bleek een eigen kookboek te hebben. En in dat kookboek, U raadt het al, stond het recept voor mìjn pruimentaartje. Diezelfde dag reden Echtgenoot en ik naar South Norwalk om het kookboek te bemachtigen. De verkoper was er niet. Wel stond er een dame die haar oprechte spijt betuigde over het feit dat ze me alleen een ongesigneerd exemplaar van het kookboek kon geven. Maar, of ik wist, dat de heer Barricelli vaak zelf op de biologische markt in New Haven staat? Ik zou mijn boek daar ter plaatse van handtekening en inscriptie kunnen voorzien. Ik heb mevrouw vriendelijk bedankt voor deze suggestie en snel twee cinnamon raisin buns besteld voor de zondagochtend.

Op pagina 112 staat het recept. John (ik mag John zeggen) schrijft in zijn voorwoord dat hij het recept voor Martha Stewart bedacht toen hij nog als assistent voor haar werkte. Hij maakte de taart toen met acht verschillende soorten pruimen tijdens een zomerse “dinner party”. Hij raadt ons echter aan om rijpe zwarte pruimen te gebruiken, bijvoorbeeld Santa Rosa of Black Beauty omdat die zo mooi paars kleuren wanneer je ze bakt. Oh, houd je niet nu al van John?

Een week later, op zaterdag, vond de Aansnijding plaats. Het leek op een lancering van een ruimteveer met dat verschil dat ik bij een lancering altijd stilletjes hoop dat er iets spectaculair misgaat. Het voelde bijna alsof mijn wereld onder mijn voeten zou wegzakken als deze taart, waar ik ziel en zaligheid in had gelegd en waar ik voor naar South Norwalk was gegaan, bleek te zijn mislukt. Echtgenoot deelde in mijn nerveuze anticipatie. De taart overtrof al mijn verwachtingen. Het is, met afstand, de lekkerste taart die ik ooit bakte. Hieronder volgt het recept:

Je hebt hier zo’n lage taartvorm van ongeveer 23 cm met ribbelrand en losse bodem voor nodig. En John gebruikt een foodprocessor maar mijn Nederlandse foodprocessor kan ik hier niet gebruiken dus ik volstond met een schone theedoek, een deegroller en veel geduld. Ik zal in de “vertaling” van mijn recept gebruikmaken van cups in plaats van grammen. Je zou kunnen zeggen dat 1 cup bloem 136 gram is maar omdat een cup een volumemaat is en het aantal gram dus per ingrediënt verschilt, is het toch echt handiger om de Amerikaanse weegeenheden te gebruiken. De meeste maatbekers bevatten zowel de Nederlandse als de Amerikaanse eenheden. Of gebruik mijn favoriete nieuwe speelgoed:

De bodem van de taart is een halve hoeveelheid van deze Pâte Sucrée waarover je nodig hebt:
2 cups bloem
1 cup ongezouten boter op kamertemperatuur
¼ cup suiker
1 tl grof zout
1 groot ei
1 grote eierdooier

1. Doe de bloem in een schaal en klop luchtig met een garde; zet apart.

2. In een andere kom klop je de boter, de suiker en het zout met een mixer luchtig, ongeveer drie minuten. Neem de randen van de kom goed mee. Voeg het ei en de eierdooier toe en mix verder. Voeg de bloem toe en mix tot de bloem is opgenomen in het mengsel.
3. Schep de helft van dit deeg op een stuk huishoudplastic, vorm van het deeg een platte diskette en verpak in het plastic. Doe hetzelfde met de andere helft (en bak daar te zijner tijd een ander taartje mee!). Leg het deeg in de koelkast tot het stevig is (in ieder geval twee uur).
4. Rol het deeg op een licht met bloem bestrooide ondergrond uit. Gebruik niet teveel bloem omdat het deeg anders te droog wordt. Doe het deeg in de taartvorm. Het taartje moet een opstaande rand hebben. Zet de taartvorm weer even in de koelkast om de bodem te laten opstijven, ongeveer een half uurtje.
Voor de amandelcrème heb je nodig:
½ cup hele blanke amandelen (dus zonder schil)
6 el suiker
1 tl grof zout
6 el ongezouten boter, op kamertemperatuur
2 grote eieren, op kamertemperatuur
1 ½ tl amandelextract (gebruik alsjeblieft altijd extract en niet die kunstmatige essence die supermarkten vaak durven te verkopen)
3 el bloem

5. Verwarm de oven voor op 190 graden celsius.

6. Om de amandelcrème te maken, heb je of een foodprocessor nodig. In dat geval pulseer je de amandelen, de suiker en het zout in 10 seconden fijn. Voor het geval dat je, net als ik, lijd onder de omstandigheden van constante verhuizingen naar het buitenland waardoor de helft van je keukenapparatuur het niet doet, trek je een half uur uit voor het fijnstampen van de amandelen. Wanneer ze fijn zijn, voeg je de suiker toe.
Voeg dan de boter toe en mix door elkaar. Ik gebruikte daar mijn elektrische mixer voor. Voeg de eieren en mix totdat de eieren helemaal zijn opgenomen. Voeg dan het amandelextract toe en de bloem tot alles is geabsorbeerd.

Opbouw van de taart, hiervoor heb je nodig:
¾ cup abrikozenjam, gezeefd zodat er geen klontjes meer inzitten.
6 tot 8 rijpe zwarte pruimen (ik kon er maar vijf in mijn taart kwijt)
1 tot 2 el suiker om te bestrooien

7. Haal de taartbodem uit de koelkast en bestrijk met ¼ cup abrikozenjam. Verdeel vervolgens de amandelcrème over de bodem. Snijd de pruimen doormidden, haal de pit eruit en snijd ze in kwartjes. Leg de kwartjes, met de ronde zijde naar boven, rondom in de crème en druk zachtjes om ze een mooi plaatsje te geven. Besprenkel de taart met 1 tot 2 eetlepels suiker. Zet het taartje op een met bakpapier bekleed rooster in de oven.

8. Bak de taart 40 tot 45 minuten (bij mij had hij 45 minuten nodig). Keer het taartje halverwege de baktijd. De crème moet goud kleuren en de korst moet goudbruin zijn. Zet de taart op een rek om te laten afkoelen.

9. Terwijl de taart nog warm is, verwarm je in een klein pannetje de resterende abrikozenjam totdat deze vloeibaar is. Smeer de taart in met deze jam. Laat de taart volledig afkoelen voordat je hem serveert.



donderdag 6 oktober 2011

Hondenbewustzijnsdag

We zaten in het verkeerde dorpje, afgelopen zondag. Echtgenoot en ik waren in Essex op zoek naar antieke meubelen maar hadden natuurlijk in Branford moeten zijn voor de jaarlijkse hondendag, of beter Hondenbewustzijnsdag (Dog Awareness Day). Helaas kom je daar dan pas achter wanneer je net in de zon op een terras bent gaan zitten voor een verfrissing en de “What to do in Connecticut this Fall” openslaat. In Branford was op dat moment een hondenparade aan de gang. Volgens het huis-aan-huiskrantje was de dag vorig jaar een daverend succes geweest. Met name de wedstrijd om wie de lelijkste hond heeft had veel toeschouwers getrokken. Een terugkerend succesnummer is het zegenen van de dieren door de dominee van de Branford Clergy Association. Het afgelopen jaar was daar een paard op afgekomen maar, werd ons verzekerd in het krantje, als je dier niet zelf kan komen, dan volstaat het ook om je baasje met je foto te laten langskomen. De dominee kon zich namelijk best voorstellen dat cavia’s, goudvissen en slangen een andere besteding van hun zondag voor ogen hadden. Ik vind het bijzonder vrijgevochten dat dominees tegenwoordig ook bereid zijn om slangen te zegenen. Er was ongetwijfeld een tijd in de geschiedenis dat dominees daar veel minder toe genegen waren. Kreeg Eva lang geleden geen erg slechte raad van een slang? Sterker nog, een paar honderd jaar eerder werden ratten, katten, bijen en andere dieren niet zelden geëxcommuniceerd of ter dood veroordeeld bij onbetamelijk gedrag. In 1510 werd een groep ratten berecht door de rechtbank in Autun voor het opeten en vernietigen van de graanoogst. Tenminste, dat was de bedoeling. De ratten reageerden nooit op de oproepen van de rechtbank. Hun advocaat Chassenee bepleitte dat dit geen kwade wil van de ratten was maar dat het Openbaar Ministerie er eerst maar eens voor moest zorgen dat de stad kattenvrij zou worden gemaakt zodat gedaagden veilige toegang tot de rechtbank zouden hebben. De zaak werd geseponeerd. In Falaise werd in 1386 een zeug op het stadsplein gevierendeeld. Ze had een klein kind gedood en gedeeltelijk opgegeten. Dat moet je ook niet doen. Haar zes biggen werd clementie verleend op grond van hun jeugdige leeftijd en hun moeders slechte voorbeeld. Jattende vossen werden regelmatig voor het gerecht gedaagd. Slangen hebben van oorsprong geen al te beste reputatie in het Christendom. In Branford houdt men echter van ieder dier.

Sommige dieren zijn op hun beurt niet geneigd om zich door een dominee te laten inzegenen. Zo is poes Elisabeth overtuigd atheïst (anders hadden we haar nooit uit het asiel gehaald) maar ik ken ook zat hindoeïstische dieren (koeien), boeddhistische (de meeste vissen en vogels behalve haringen, sprotjes en duiven) en anderzijds godsdienstig georiënteerde dieren (chihuahua’s voelen zich vaak aangetrokken tot Kabbalah, neushoorns tot Scientology).

En er zijn ook nog wel andere redenen te verzinnen waarom uw poedel, pekinees, Duitse herder of Belgische dwerghond anderzijds verhinderd zijn op de zondag.  Zondag is bijvoorbeeld de aangewezen dag voor Barking Buddha Doga, ook wel Yoga Doga, kortom, yoga met je hond. “Relaxing the world one dog at a time.” Vind maar eens een hond die tijd heeft voor een dominee wanneer hij allang in neerwaartse hond op zijn yogamat staat. Door het hart open te stellen in relatie tot uw hond, vinden u en uw hond een diepere plaats van verbinding van alle dingen des levens. Die diepere verbinding wordt door honden altijd gezocht omdat ze roedeldieren zijn. Het vinden van eenheid staat bij hen op de eerste plaats. Maar dat wist u al. 

Met name voor bulldogs lijkt me Pranayama ademhaling erg belangrijk. Deze diertjes komen vaak lucht tekort. Ik zie Elisabeth regelmatig in katpose maar zij weigert stelselmatig elke andere yoga houding (bij de neerwaartse hond kijkt ze meewarig op mij neer). Op de Savasana pose na dan. Dit is de laatste pose in yoga waarbij je langgestrekt op je rug op de grond ligt.


Niet elke hond is zo spiritueel aangelegd. U zult er dus ook genoeg vinden die hun poot optillen bij de gedachte aan yoga alleen. Zij gaan liever naar de sportschool voor wat cardiovasculaire training. Een beetje op de loopband en daarna door naar de kapper voor een knipbeurt. Een poedel in de Upper West Side in New York raadde me ooit Biscuits and Baths aan omdat ze vond dat ik er wat vreemd bijliep.

Gelukkig voor Echtgenoot en mij krijgen we komende zondag een herkansing. In Essex wordt dan de “Dogs on the Dock” gehouden. Om twee uur ‘s middags begint de hondenparade waarin vorig jaar 50 honden meeliepen. Daarna zijn er verschillende wedstrijden waaronder het beste kostuum, het beste nautische kostuum (de parade vindt niet voor niets op de kade plaats) en de beste baas/hond look-alike. Lezer, u weet waar u ons komende zondag kunt vinden.

Voor vandaag nog eenmaal een recept met pompoen. Er werd mij deze week specifiek om een recept voor pompoensoep gevraagd. Deze is heel eenvoudig en maak ik regelmatig. 

Voor zes personen

1 pompoen
1 moesappel
25 gr boter
1 ui, gesnipperd
2 tl kerriepoeder
9 dl groentebouillon
1 tl gehakte verse salie
1,5 dl troebele appelsap

Verwijder de schil en zaad van de pompoen en hak de pompoen in stukken. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd ook deze in stukken.
Verhit de boter in een grote pan, voeg de gesnipperde ui toe en bak hem in 5 minuten zacht. Roer het kerriepoeder erdoor. Geef dit nog twee minuten. Voeg dan de bouillon, pompoen, appel en salie toe. Breng aan de kook, draai vervolgens het vuur laag, dek de pan af en laat alles 20 minuten pruttelen totdat de pompoen en de appel zacht zijn.
Pureer de soep met een staafmixer. Voeg vervolgens de appelsap en zout en peper toe. Warm opnieuw langzaam op zonder de soep te laten koken. 

donderdag 29 september 2011

Iced coffee pumpkin


Het is alweer bijna Halloween. Tenminste op 31 oktober is het zover. Maar de pepernoten (lees: pompoenen) liggen alweer in de winkel. Het is een feest dat ik, net zomin als carnaval begrijp, en je zult er wel mee opgevoed moeten zijn om het kunnen waarderen. Kleine gekostumeerde kabouters die aan de deur om snoep komen bedelen zijn natuurlijk snoezig maar in een stad als New Haven eerder regel dan uitzondering. Ik weet niet waarom ik zo afdwaal want waar ik het eigenlijk echt eens over wil hebben, zijn al die dingen waarvan je als Europeaan niet weet dat het Amerikaanse gewoonten zijn. Sommige zijn prettig en andere tenenkrommend. Zo wist ik van tevoren niet hoe complimenteus Amerikanen zijn. Ik wist dat ze enthousiast konden reageren (op het voor een Nederlander griezelige af). Ik wist niet dat mensen je zouden toeroepen vanaf de andere kant van de straat (en straten zijn hier ongeveer zo breed als de Kalverstraat lang is) dat ze vinden dat je er “cute” uitziet, noch heb ik me ooit kunnen indenken dat oude dames in supermarkten mijn hand zouden pakken om mijn ring te bejubelen. Al twee keer is er een auto voor mijn neus gestopt om me te vertellen dat ik een mooie broek aanheb. Het ging in beide gevallen om dezelfde broek dus dat zal wel waar wezen. 

Maar nu tot de kern van het verschil: Het Amerikaanse Koffiegebruik. Sta me toe om daar eens even lekker mijn hart over te  luchten. Het is als je het mij vraagt, èn je vraagt het me, walgelijk. Amerikanen drinken de hele dag koffie, ook wanneer het allang tijd is voor een goed glas wijn, port of (zelfs: ja, rond dat uur nog, geachte lezer) cognac. Daar is koffie niet voor bedoeld. Wat ik nog erger vind dan de overmaat van gebruik is de manier waarop de drank genuttigd wordt. Namelijk uit plastic of uit kartonnen bekers, meestal met een onhandig dekseltje erop. Dat dekseltje is op zijn beurt voorzien van een opening waardoor men de drank kan drinken. Negen van de tien keer valt dat deksel eraf terwijl je een slok neemt en de resterende keer brand je je bek.  Maar het gaat me hier niet eens om de praktische bezwaren (u kent mij bovendien niet als een al te praktisch mens). Ik vind het een proletarisch vliegtuiggebruik. De afschaf ervan staat wat mij betreft na vrouwenbesnijdenis en kinderarbeid op plaats drie van De Internationale Lijst Van Af Te Schaffen Gewoontes. Goede koffie drink je uit een mooi kopje. Of een lelijk kopje maar in ieder geval uit iets van aardewerk. En je gaat zitten om koffie te drinken. Al die “ik ben te druk en te belangrijk dus moet ik met een Starbucks beker met een onmogelijke koffiegleuf waardoor de helft van de koffie mijn decolleté in loopt de straat op”-mensen moeten maar eens leren normaal te doen. (Net zoals ik vind dat iedereen die met zijn hippe laptopje in de koffiebar zit te “werken” maar eens echt aan de slag moet gaan.) Dwaal ik weer af. Aan de andere kant kun je het mensen ook niet kwalijk nemen dat ze hun koffie in arren moede maar meenemen: Starbucks verkoopt een emmer koffie groter dan de inhoud van de gemiddelde maag. Hoe verstouwt men 916 ml koffie met een maag van een inhoud van 900 ml? Je kunt niet eeuwig blijven zitten. Hoe vindt men bovendien een mooi porseleinen kopje voor zoveel koffie? In hoofdlijnen komt het neer op een betoog tegen het tijdstip, de hoeveelheid en het soort koffie dat de Amerikaan drinkt. Iedereen die ooit in New York is geweest heeft zich vast wel eens verbaasd over de souplesse waarmee een Amerikaan een triple iced skim milked caramel mocha frappucino bestelt. Ik doe mezelf nog elke keer versteld staan als ik met ditzelfde gemak uit mijn eigen mond de woorden small decaf cappuccino with soymilk hoor rollen.

Ik weet heus dat ik me met mijn bestelling op het randje van het toelaatbare begeef maar Amerikanen gaan ver over alle koffiegrenzen heen. Het fenomeen “iced coffee” moet wel het summum van walgelijk zijn. Het gaat hier om een plastic emmer — en emmers zijn hier groot, kan ik u verzekeren — gevuld met koude koffie, aangevuld met ijsklontjes (Amerikaanse hoeveelheden ijsklontjes—er verdwijnen hele poolkappen in die emmers) en eventueel melk (soy, almond, rice, skimmed of gewone melk, of iets er tussen in, of van één of ander abnormaal dier) en een soort artificiële vorm van suiker (aspartaam, Nutrasweet, Sweet N Low of Splenda) waarvan je ongetwijfeld bij langdurig gebruik een enge ziekte krijgt (of hele grote voeten; zie één van mijn volgende blogs). Geurkaarsen hebben vast en zeker datzelfde effect. Een kaars mag een kamer geen vanillegeur geven. Dat is vies en kan niet goed zijn. Een zo overweldigende opeenstapeling van verwonderingen en ergernissen doen mij eens te meer afdwalen. Ik wilde dus nog maar één ding zeggen: als iced coffee al zoiets weerzinwekkends is, hoe kan ik me dan in vredesnaam verzoenen met de nieuwste “trend” van iced coffee pumpkin? IJskoffie met pompoensmaak?

Een veel beter recept met pompoen is Donna Hay’s risotto met pompoen en feta.  Ik heb haar kooktijden iets aangepast. Dit recept komt uit haar kookboek "New Food Fast" maar ze wilde hier wel heel snel door de bocht. De pompoen is niet in twintig minuten gaar! 

Voor vier personen:

500 gr pompoen (butternut squash, jap) geschild en in blokjes gesneden
olijfolie
zeezout en peper
1 liter kippen- of groentenbouillon
440 gr arborio (risotto) rijst
30 gr bieslook
30 gr geschaafde parmezaanse kaas
150 gr fetakaas

Verwarm de oven voor op 220 graden. Leg de blokken pompoen in een ovenschotel en vermeng met olie, zout en peper. Bak een half uur in de oven tot de pompoen zacht is. 
Ondertussen maak je de risotto. Dit is niets nieuws onder de zon. Maak in een aparte pan de bouillon, verwarm op middelhoog vuur en laat zachtjes pruttelen. In een andere pan (grote braadpan met deksel) verwarm je ondertussen wat olie. Voeg de rijst toe en roer een minuutje door totdat je de rijst enigszins doorzichtig ziet worden (in deze risotto zit dus geen ui!). Voeg wat bouillon toe, kleine beetjes tegelijkertijd. Voeg nieuwe bouillon toe wanneer de vorige lading door de rijst is opgenomen. Ga hiermee door totdat de rijst romig is en klaar. Voeg als de risotto klaar is, de parmezaan en pompoen toe. Een extra stuk boter kan nooit kwaad.. Draai er wat zwarte peper over. Verdeel de risotto over de borden en voorzie ze van een ruime hoeveelheid feta. Bestrooi de boel met flinke takjes bieslook. 

donderdag 22 september 2011

Verkiezingsbord


Opeens stond dat bord er. Niet echt in onze tuin maar wel direct voor ons huis. Naast de boom, in het perkje met de vieze zakdoekjes, sigarettenpeuken en bananenschillen die zich daar neigen te verzamelen. Wie zou dat bord daar hebben neergezet en wanneer was dit gebeurd? Op het bord stond: “re-elect DeStefano for mayor” (vrije vertaling: stem op DeStefano zodat hij opnieuw burgemeester van New Haven kan worden). Ik denk niet dat ik hoef uit te leggen dat ik me een hoedje schrok van dat bord. Ik ken die hele DeStefano niet. Straks blijkt hij lid van de Ku Klux Klan, is het één of andere perverseling of nog erger, draagt hij witte sportsokken onder zijn donkerbruine pak. Ik heb geen idee met wat voor meneer wij ons nu, zonder dat we er erg in hadden, hebben ingelaten. Of met wat voor mevrouw. Het zal toch niet zo zijn dat DeStefano een vrouw is? Daar moet ik al helemaal niets van hebben. Straks denken mijn buren nog dat ik een feministe ben. Wellicht is die DeStefano wel een godsdienstwaanzinnige en gaat ie elke zondag naar de kerk. Dan denken de mensen nog dat Echtgenoot en ik ook zo naïef zijn. Ik wil niet bijdehand doen maar volgens mij gaat het helemaal niet zo goed met New Haven. Als we dat die DeStefano niet kunnen verwijten dan kunnen we hem in ieder geval niet complimenteren over behaalde gunstige resultaten. New Haven staat in de top vijf van gevaarlijkste steden van de Verenigde Staten, de kloof tussen arm en rijk is nog nooit zo groot geweest en nog afgezien daarvan, het is hier behoorlijk lelijk. En nu zou het dus heel goed zo kunnen zijn dat mijn buren denken dat Echtgenoot en ik reuze tevreden zijn met deze DeStefano en zijn New Haven. Nu ik zo openlijk mijn steun aan hem heb betuigd, kom ik over als een kapitalist. Ik ben blijkbaar tevreden over die welstandskloof, vind New Haven prachtig en wil het hier zo gevaarlijk mogelijk houden. Het liefst nog een hele nieuwe termijn.

Zouden er al tegenkandidaten van DeStefano zijn langsgelopen? Grienend en al omdat een keuze voor DeStefano een afwijzing betekent van hun nieuwe wind? Het is me wel opgevallen dat er nog meer afval dan gewoonlijk in onze voortuin ligt. Dit is wellicht het begin van een haatcampagne tegen mij en Echtgenoot. Of onze auto veilig achter het huis staat, is zeer de vraag. Vaker dan ooit lijkt onze auto doelwit van vallende eikels en duivenstront. Is die DeStefano misschien niet zo van het milieu?

Het was wel duidelijk dat dit bord zo snel mogelijk moest worden verwijderd. Het was misschien zelfs al te laat. Eventuele represailles konden worden verwacht. Hoe haal je echter op klaarlichte dag zo’n bord weg? Het zou namelijk ook zo kunnen zijn dat al mijn buren Ku Klux Klan aanhangers zijn die graag op witte sportsokken rondlopen en in de kerk hun feministisch gedachtegoed ventileren. Vergelding is bij verwijdering van het bord dus ook niet uitgesloten. Wat een verschrikkelijk dilemma. Een “dat heb ik weer” kon ik niet onderdrukken. 

Echt een klusje voor Echtgenoot, die de ernst van de situatie in eerste instantie niet eens goed inschatte. Bij een nadere uitleg over alle gevaren, bleek hij echter overtuigd van de noodzaak het bord te laten verwijderen. Tijdens een lunchberaad kwamen we tot de volgende oplossing. Echtgenoot zou op de late dinsdagavond de afvalbakken op de rand van de stoep zetten. Hij zou de afvalbak daarbij zo dicht mogelijk bij het verkiezingsbord plaatsen, links en rechts de buurt afscannen en het bord dan, met de finesse van een zakkenroller, in de afvalbak laten verdwijnen. Bij het ochtendkrieken zou het zijn alsof er nooit een bord had gestaan.

Coq au vin

Hoewel ik kip vaak het meest overschatte stukje vlees vind, heb ik echt genoten van deze coq au vin. De kip wordt ongelooflijk mals! De voorbereiding begint de avond van tevoren.

Voor vier personen

4 stukken kip. Ik gebruikte biologische kipfilets omdat ik het niet fijn vind te moeten kluiven en ontleden wanneer het vlees is een saus gegaard wordt.
Een halve fles Côtes du Rhône
3 plakken bacon, in stukken gesneden
200 gr champignons (schoongemaakt)
6 kleine witte uitjes (gebruik sjalotjes als je deze niet kunt krijgen)
2 tenen knoflook (geplet)
2 wortelen (schoongeschrapt en in kwarten gesneden)
zonnebloemolie en ongezouten boter
2 takjes verse tijm
1 laurierblad
een bosje peterselie
zout en peper

Bereiding een dag van tevoren:

Doe de stukken kip in een grote schaal en schenk er de wijn overheen. Voeg de gepelde uitjes, de wortelen, de tijm en het laurierblad toe. Dek de schaal af en zet in de koelkast.

De volgende dag:
Giet de wijn af maar vang op voor later gebruik. De kruiden kun je weggooien. De groenten en de kip houd je apart.
Verhit wat olie en boter in een grote braadpan en braad de stukken kip aan beide kanten bruin. Doe dit desnoods in etappes. Haal de kip uit de pan, voeg de knoflook bij de groenten en fruit de groenten enkele minuten aan.
Nu breng je de kip en de groenten over naar een grote stoofpan, giet je er de wijn over en breng je dit alles op een gemiddeld vuur aan de kook. Dek de pan af en laat anderhalf uur stoven.
Bak in een braadpan de bacon en champignons tot ze bruin zijn (tien minuten)
Wanneer de kip klaar is, voeg je de bacon en champignons toe. Roer goed en verwarm nog een paar minuten door. Kijk of er nog wat zout en peper bij moet. Serveer met wat peterselie.
Wij aten er aardappelgratin, sperziebonen met geroosterde amandelschaafsel en een groene salade bij. Wat tagliatelle met boter zou ook niet misstaan.