Afgelopen donderdag was ik in Dahlem dorf, in het zuidwesten van Berlijn. Dit deel van de stad is gemakkelijk te bereiken per metro (hoewel U moet rekenen op een lange reis; ongeveer een uur), er is geen kip en het is er idyllisch. Ik bezocht in Dahlem een biologische boerderij (Bioland), schuin tegenover het schattigste metrostation ter wereld. Eenmaal binnen de poorten van deze boerderij is Berlijn ver te zoeken. Niets herinnert nog aan de stad. Er staat een tractor, er zit een oudere dame boontjes te doppen in de schaduw van een boom (dit verzin ik niet eens), er is een imker, je vindt er een stalletje waar groenten en fruit wordt verkocht en je kunt er bonen-tomatensoep en quiche kopen die je onder een parasol kunt eten. Achter de boerderij liggen de weilanden. Koeien staan er te grazen, kippen scharrelen wat rond en her en der staan bankjes waar mensen zitten te lezen. Ik vond het heerlijk om even uit de stad weg te zijn (hoewel het in Berlijn nooit echt heel druk is). Dochterlief reageert op elke bromvlieg en zwaluw alsof zij hun kunstjes uitvoeren speciaal voor haar vermaak. Bij het stalletje kocht ik de heerlijkste producten. Op mijn blog “Eva kookt over” volgt morgen het recept voor een perfecte clafoutis aux pruneaux.
dinsdag 31 juli 2012
zaterdag 21 juli 2012
Berthe en jonge sla
Ik verslikte me bijna in mijn toast met
abrikozenjam toen ik eergisteren mijn virtuele krant “opensloeg” en tussen de
overlijdensadvertenties zag staan dat Berthe Meijer op 10 juli is overleden.
Dit nieuws was mij ontgaan. Wellicht was het overschaduwd door het overlijden
van Rutger Kopland in dezelfde week. Het is een bijzondere samenloop van doden.
De dichter die zo mooi schreef over jonge sla en de schrijfster van het
kookboek waarmee ik voor het eerst begon met koken. De kookcursus van het
buurthuis in de Vinkenstraat en het kinderkookcafé niet meegerekend.
Het NRC Handelsblad Kookboek van haar hand heb ik dikwijls geraadpleegd. Mijn
vader reisde al heel vroeg de wereld over en zette mij thuis de meest exotische
maaltijden voor dus ik heb me pas recent gerealiseerd hoe bijzonder het
eigenlijk was dat Berthe al met Noord-Afrikaanse en Aziatische recepten aankwam
terwijl de spruitenlucht nog in menig Hollanse keuken hing. Zij leerde ons
tabouleh eten voordat het “in” was virtueel mee te protesteren met de betogers
op het Tahrirplein in Caïro of om Instagramfoto’s te maken in Marrakech.
Overigens zien met Instagram alle foto’s eruit alsof ze in de jaren zeventig in
Beirut zijn genomen.
Soms maak je kennis met mensen die je nooit
zult ontmoeten. En soms denk je dan te weten dat je het goed met ze zou kunnen
vinden. Ik denk dat ik Berthe een leuk mens had gevonden. Net zoals ik denk dat
ik Jamie Oliver een leeghoofd zou vinden en Mick Jagger een vervelende
zeikdoos, maar dat terzijde.
Voor Berthe, die de Holocaust overleefde en
tegelijkertijd met Anne Frank in concentratiekamp Bergen-Belsen zat, is het
leven na de oorlog nooit meer eenvoudig geworden. Voor haar is er nooit vrede gekomen:
in haar hoofd is het altijd oorlog gebleven. Haar voorraadkasten stonden altijd
vol, ze durfde niet in drukke bussen, stapte nooit in de lift en ze bewoonde
slechts huizen die voorzien waren van goede schuilplaatsen. Toen ze kon
terugkijken op haar leven schreef ze haar memoires Leven na Anne Frank. Niet om te kunnen berusten in het verleden,
niet om af te sluiten en niet om te vergeven maar om te verklaren waarom zij,
en andere oorlogssslachtoffers, is [en zijn] zoals ze is. Oorlog in haar hoofd
maar toch ook de energie om er iets van te maken. Ze wilde de moffen (haar
woorden) niet de eer geven om verdrietig in een hoekje te gaan zitten. Ze
voelde zich aan de doden verplicht om iets van het leven te maken. Ze woonde drie
jaar lang onder Gerard Reve en Hanny Michaelis op de Oude Achterburgwal. Ze had
drie jaar lang een verhouding met Ischa Meijer die ze als baby nog had
meegemaakt in Bergen-Belsen. Ze werd culinair recensente bij NRC Handelsblad en
schreef verschillende kookboeken. Voor mij was ze een groot voorbeeld omdat ze
nooit kwam met antwoorden, oplossingen en vrolijke prietpraat over vergeving.
Ze leefde met alle gruwelijkheden van haar verleden en maakte er desondanks
iets van. Desnoods met dure bonbons, cream cheese of twee ons ossenworst.
Berthe kon zichzelf gelukkig koken.
Berthe, rust zacht.
Jonge Sla
Alles kan ik
verdragen,
het
verdorren van bonen, stervende bloemen, het hoekje
aardappelen
kan ik met droge ogen
zien rooien,
daar ben ik
werkelijk hard
in.
Maar jonge
sla in september,
net geplant,
slap nog,
in vochtige
bedjes, nee.
donderdag 12 juli 2012
De Doelgroep
Echtgenoot en ik passen sinds kort in een
doelgroep. Wij zijn dertigers, we wonen in het hippe Prenzlauer Berg, hebben
een kind en een bijbehorende dure kinderwagen. Zo zijn wij het prototype
geworden van de “yup” die Oost-Berlijn van de Ossie’s wil afpakken en overal
latte macchiato wil kunnen drinken. Nooit eerder was ik iemand van een
doelgroep. Ik kon me nooit vinden in de Patat Generatie en de Niks Generatie
vond ik ook niks. Dit nieuwe stempel bevalt me allerminst maar er is
overduidelijk geen ontkomen aan. Soms zie ik mezelf in het glas van een
winkeletalage en moet ik bekennen dat ik op het stereotype “jonge moeder in de
stad” lijk. Regelmatig wordt mij de weg met de kinderwagen bruut versperd door
mensen die er blijk van geven dat wij hier niet horen. De oorspronkelijke
Oost-Berlijnse bevolking is er niet van gediend dat hun buurt is overgenomen
door mensen met geld en dat hun straten zijn omgeven door mooie winkels en
koffiebars. Af en toe kan ik me nauwelijks bedwingen en wil ik zo’n chagrijn zo
graag toeroepen dat de kinderwagen een gift was. Dat wij helemaal geen verwende
dertigers zijn. En dat ik mijn koffie het liefst zwart drink.
Ik vraag me vaak af of stereotypes zelf
doorhebben dat ze stereotypes zijn. Wanneer ik bijvoorbeeld een vrouw van
veertig zie fietsen met een rugzak om en van die knuffels aan haar sleutelbos
dan kan ik niet anders dan mezelf de vraag stellen of zij wel doorheeft hoe
typisch ze nu aan het doen is. Alsof ik niet allang weet dat haar hele kast vol
King Louie jurkjes hangt en ze het liefst twee vlechten in haar haar draagt. Deze
vrouwensoort komt overigens in de Verenigde Staten niet voor. Daar voert een
ander vrouwtype de boventoon: het type vrouw dat in haar yogapants achter het
stuur van haar dikke auto kruipt. Haar I-phone altijd binnen handbereik, haar
zonnebril in haar haar. Ze is extreem sportief, vandaar dat ze ook altijd haar
Nike’s draagt. En dan heb je een bepaalde man. Deze soort komt, volgens mij, in
de gehele Westerse wereld voor. Het is De Man die het liefst zijn avonden
doorbrengt in zijn schuurtje terwijl hij bier drinkt, peukjes rookt en aan zijn
auto sleutelt. De academische variant hiervan zit graag in zijn tuinhuisje
boeken te lezen en schrijven.
Ik zit in een vervelende doelgroep maar ik
ben allang blij dat ik niet zo’n type ben dat donkere stegen en oude havens aan
het fotograferen is. Graffiti en kunstig geschuimde cappuccino’s zijn bij die
types ook altijd dankbare fotografische onderwerpen. Dit kunstenaarstype vindt
zichzelf, hoewel er velen van zijn, heel origineel. Berlijn is het summum voor
deze hipster. Wist U dat een snor ook weer helemaal terug is van weggeweest?
Abonneren op:
Posts (Atom)