donderdag 26 mei 2011

Dag des Oordeels


Het was zaterdagavond, vijf voor zes en we zaten in een restaurant in Waterbury. Het was me al een paar keer door het hoofd geschoten. Als je in elk bushokje het Einde der Tijden aangekondigd ziet staan, dan laat dat je toch niet geheel onberoerd. De wereld zou kunnen vergaan en mijn anti-religieuze opvoeding zou zich eindelijk wreken. Echtgenoot en ik hadden daarop besloten uit eten te gaan. Als de Dag des Oordeels echt zou aanbreken, de doden uit hun graven zouden verrijzen en de levenden bijna allemaal zouden sterven, dan zouden we er tenminste een gratis maaltijd aan overhouden. Al die zaken overdenkend, stond er die avond opeens een man op. Hij schraapte luidruchtig zijn keel en vroeg het etende publiek om aandacht. Hij wilde graag, nu het spreekwoordelijke tien voor twaalf was aangebroken, nog even zeggen hoeveel hij van zijn vrouw had gehouden. Die vrouw zat met haar servet op schoot naast hem. Hij bedankte zijn kinderen—ook aanwezig—en het personeel van het restaurant en ging weer zitten. Wij brachten een toost uit op de man en zijn gezin en wellicht op onze eigen naderende dood. Het werd zes uur en er gebeurde niets, vijf over zes en nog steeds waren de ons beloofde aardbevingen niet losgebarsten. Behalve een paar obers met veel te volle borden was er niemand langsgelopen die er uit zag alsof hij dood was. Echtgenoot en ik trokken alvast onze portemonnee.

Toen dacht ik nog dat de Dag des Oordeels wellicht op 21 mei 2011 zou plaatsvinden. Harold Camping was niet de enige die zijn idee moest bijstellen. De werkelijke Dag des Oordeels kwam op de dag na de “Commencement”, wanneer de afgestudeerde Yale-studenten hun studentenkamers moeten verlaten en hun zomervakanties beginnen. Het is op dat moment dat je het ware gezicht van de Verenigde Staten ziet. Alle “rich college kids” gooien hun meubels de straat op en de arme zwarte bevolking verzamelt zich daar om de afdankertjes op te halen. Sterker nog, te beschermen met hun leven. Onder de afgestudeerden zaten ook heus Afro-Amerikaanse kinderen en onder de armoedzaaiers zag ik een enkele blanke maar over het algemeen is het toch volstrekt duidelijk dat het de Afro-Amerikanen zijn die in het getto wonen en de blanken die in de “gothic-fairytale-bubble”, die Yale University heet, vertoeven.

Dat er eindelijk een zwarte president is, doet hier niets aan af. Er wonen bijna 40 miljoen Afro-Amerikanen in dit land en 95% van hen heeft op Barack Obama gestemd. Met zo’n hoog percentage Afro-Amerikanen, Hispanics en Aziaten op wiens steun hij kon rekenen mocht het inderdaad wel eens gebeuren dat er een zwarte president zou komen. Obama won echter niet de meerderheid van de blanke stemmen. En het is hem tot nu toe niet gelukt om de ongelijkheid die ik elke dag om me heen zie vlot te trekken. Ik heb het hem bovendien niet zien proberen. Wat ik wel heb gezien is dat de jongens aan Wall Street (diezelfden die onze economie om zeep hebben geholpen!), inmiddels weer boven Jan zijn. Zij hebben het zelfs beter dan ooit. De rijken zijn de afgelopen jaren alleen nog maar rijker geworden. Twee politicologen (Hacker en Pierson) rekenden voor dat Amerika in de extreme concentratie van rijkdom bij een kleine elite niet onderdoet voor landen als Ghana en Nicaragua. Het is de “winner-take-all-politics”. Deze politcologen leggen niet de schuld bij de vrije markt maar bij de politiek. Ook Europa staat immers onder druk van concurrentie van lagelonenlanden en daar is de kloof tussen arm en rijk veel minder toegenomen. Een paar cijfers die je van je stoel doen vallen. De top 1-procent harkt hier jaarlijks een biljoen dollar binnen. De top binnen die top zag het jaarinkomen stijgen van 4 miljoen dollar in 1974 tot 35 miljoen dollar nu. Hacker en Pierson beargumenteren dat dit komt omdat de rijken de meeste invloed hebben in de besluitvorming. Zij lobbyen hun weg door Washington en zorgen goed voor zichzelf. Belastinghervorming komt dus vooral ten goede aan de mensen die nu ook al zwemmen in het geld. Obama staat erbij en kijkt ernaar.

Dit is duidelijk niet voor iedereen het land van de onbegrensde mogelijkheden. Net zomin als een 89-jarige radiomaker in staat bleek om het Einde der Tijden te voorspellen, kan Obama een happy end voor iedere burger garanderen. Dat is bijzonder teleurstellend. Camping is in de herkansing gegaan. We kunnen ons gaan opmaken voor een nieuwe Dag des Oordeels: 21 oktober 2011 moet het dit keer gaan gebeuren. We zullen het zien. We gaan maar niet uit eten. We kunnen ons zo’n grapje niet weer veroorloven.

Ik wacht geduldig op Obama’s herkansing.

In de tussentijd kunnen we maar het beste een armeluismaaltijd op tafel zetten. Een "oudje" van Donna Hay:

Pappardelle met venkel en olijven

2 rode uien, gehakt
2 kleine venkelknollen, in reepjes
2 el olijfolie
1 3/4 dl witte wijn (ik maakte hem zonder de wijn en dat is, vind ik, lekkerder!)
375 gr. pappardelle
1/4 kop basilicumblaadjes (een goede handvol)
1 kop zwarte olijven (zoveel als je lekker vindt)
10 kappertjes (ga jij ze tellen?)
6 ansjovisfilets, gehakt
parmezaanse kaas

Voor vier personen 

Leg ui en venkel in een ovenschaal en schep ze om met de olijfolie. Voeg eventueel de wijn toe (ik zou het niet doen) en bak 30 minuten in een op 200 graden voorverwarmde oven: de venkel moet gaar zijn. Kook de pappardelle in een pan met ruim kokend water beetgaar. Laat uitlekken.
Schep de pappardelle om met het venkelmengsel, de basilicum, olijven, kappertjes en ansjovis. Serveer met parmezaanse kaas en veel grofgemalen zwarte peper. 

donderdag 19 mei 2011

Talkshowwijsheid

Een fatsoenlijk aantal jaar geleden volgde ik dr. Phil, een televisie psycholoog die bekend is geworden onder de vleugels van mijn zwarte tante (zo verbonden voel ik me met haar) Oprah Winfrey en een eigen show was begonnen. Dr. Phil kon mensen echt helpen. Binnen een mum van tijd had hij altijd de kern van het probleem te pakken, stelde hij een behandelplan op en al voordat de show was afgelopen waren zijn patienten er zichtbaar beter aan toe. Hij was niet zo’n rare Emile Ratelband-achtige figuur die beweert dat als je iets niet onderkent, het ook niet bestaat. Of als je zegt dat iets lukt, het ook gegarandeerd lukt.

Nee, dr. Phil was oplossingsgericht en pragmatisch. De beste show die hij ooit maakte was getiteld: “Dr Phil, is this normal?” We keken naar een paarse vrouw. Alles aan haar was paars. Haar huis, de muren van haar huis, haar meubels, haar kapsel, haar kleding en haar echtgenoot. Bovendien at ze louter en alleen paars voedsel waardoor haar dieet voor het grootste deel bestond uit aubergines. In de uitzending vroeg ze aan dr. Phil of dit normaal was. Ik moet nog vaak aan die show denken. En ik vraag me zeker een aantal keer per week af of dit normaal is. Ik wend mijn hoofd ten hemel en vraag: Dr Phil, is this normal?

Zo was ik vorige week zondag in Salem, Massachusetts om een tentoonstelling te bezichtigen. Drie uur rijden heen, drie uur rijden terug en ik vroeg me niet eens af of dat normaal was want in mijn wereld is dat nu eenmaal zo. Op de tentoonstelling was een portret van Aeltje Uylenburgh te zien. Een prachtig door Rembrandt geschilderd portret van de oudere nicht van zijn echtgenote Saskia. Ik stond er naar te kijken met een bevriende kunsthistoricus en na een minuut werd ons op tamelijk brute wijze kenbaar gemaakt dat we plaats moesten maken. Er was een meneer in korte broek met witte hoog opgetrokken sportsokken genaderd die vond dat we hem belemmerden. Toen we in eerste instantie niet op zijn gemekker reageerden, besloot de meneer voor ons te gaan staan. Wat volgde was een ruzie waarin ik hem uitlegde dat hij überhaupt niet zo dicht bij een schilderij mocht staan, ik nog niet van plan was om verder te lopen en hij in de weg stond. Zijn reactie was bijzonder: hij stelde dat ik het schilderij aan het monopoliseren was. Nog nooit had ik zoveel vechtlust tijdens een museumbezoek meegemaakt. Deze man had er werkelijk veel voor over om naar Rembrandt te kijken. Ik vroeg me direct weer af: Dr. Phil, is this normal?

In Salem heeft in 1692 een hysterische heksenjacht plaatsgevonden waarbij 200 mensen na een onzinnig proces in de gevangenis werden gegooid en tenminste vierentwintig onschuldige mensen de dood vonden. Negentien mensen werden opgehangen, vier mensen stierven in de gevangenis en één man stierf onder een stapel rotsen omdat hij weigerde antwoorden te geven op de vragen van de rechtbank. Arthur Miller schreef hier in 1953 een toneelstuk over: “The Crucible,” een gedramatiseerde versie van de Salem heksenvervolgingen als een allegorie op de communistenjacht onder leiding van senator Joseph McCarthy. In beide gevallen ging het om zeer verstikkende processen waarin men geacht werd namen te noemen van andere schuldigen aan hekserij of communisme. Vingerwijzen om een eigen straf te ontkomen. Naar aanleiding van het stuk werd ook Miller ondervraagd door de House Committee on Un-American Activities. Hij werd in eerste instantie veroordeeld maar dit werd later teruggedraaid. Het stuk werd in 1996 verfilmd met glansrollen voor Winona Ryder en Daniel Day-Lewis.

Je kunt vandaag de dag moeilijk om deze historische gebeurtenis heen omdat je overal in de stad heksen ziet (NU wel!). Ik zag er een zittend op een stoep, compleet met zwarte puntmuts en wrat op de kin. Ik zag er een op straat lopen die flyers aan het uitdelen was. De vuilnisbakken worden opgesierd door een afbeelding met een heks die met haar bezem de straten van Salem aan het schoonvegen is. Al die heksenoverdaad deed mij uiteraard meteen weer denken aan mijn oude vertrouwde dr. Phil en ik vroeg hem of dit normaal was.

Het maakt niet uit waar je binnenstapt, een bibliotheek, een winkel, de dokter of een faculteit. Waar je ook komt, overal hangt een enorme bus met handsanitizer. Dit lijkt absoluut onnodig omdat ik nog nooit een volk heb gezien dat zo fanatiek zijn handen wast als het Amerikaanse. En dat is heel prettig. In Amsterdam zat ik eens met mijn beste vriendin in een café waar we goed zicht hadden op het mannentoilet. Acht van de tien mannen wasten hun handen niet. Een beetje aangeschoten hebben wij vervolgens bierviltjes volgekalkt met instructies over hygiene en die bij het mannentoilet opgehangen. Dit hielp geenszins. In Amerika lijkt het bordje: “Employees must wash their hands before returning to work” zowel bij de werknemers als bij de klanten juist zeer goed aan te slaan. Ze wassen dat het ze een lieve lust is, met een enorme hoeveelheid zeep. 

Oprah leerde mij eens dat je je handen moet wassen totdat je het hele liedje “Happy Birthday to you” in je hoofd hebt uitgezongen. Sneller klaar en je handen zijn nog niet schoon. “Happy birthday”? Laat me niet lachen: sommige Amerikanen zijn zo lang aan het wassen dat het dichter in de buurt komt van het eindeloze “Paradise by the dashboard light”. Die handsanitizer kan ik dus absoluut niet volgen en weer wend ik me tot dr. Phil.

Dr. Phil zwijgt in alle toonaarden.

Voor vandaag twee soepjes (omdat heksen daar nu eenmaal van houden). Ze zijn simpel en smakelijk. Voor deze keer is het toegestaan om bouillonblokjes te gebruiken omdat je het verschil hier werkelijk niet proeft. 

Groene groentesoep
voor vier personen

1 kruidenbouillonblokje
1 bosje groene asperges
1 bosui
1 kleine komkommer
1 handvol spinazieblaadjes
6 kerstomaatjes
10 blaadjes munt
zout en peper

Breng in een grote pan 1 liter water met het bouillonblokje aan de kook. Was alle groenten. Snij de punten van de asperges, snij de houtige onderkant eraf en snij de asperges in kleine stukjes. Snij de ui en de komkommer in dunne plakjes. Snij de tomaatjes in vieren. Knip de munt fijn. Kook alle groenten, behalve de aspergepunten, tien minuten in de bouillon. Voeg op het laatste moment de aspergepunten, de munt en een beetje zout en peper toe. Serveer de soep warm, lauw of gekoeld.

Het is lekker om in een andere pan een stukje witte vis te pocheren en dit erbij te eten. 

Hete zure soep
voor vier tot zes personen

Een bekend recept:

1 1/2 liter kippenbouillon
1 royale el. tomyam-pasta
4 kaffir limoenblaadjes, fijngehakt
1 stengel citroengras, de buitenste bladeren verwijderd, grof gehakt
sap van 1 limoen
4 el vissaus
2 kleine verse rode of groene chilipepers, fijngehakt
1 el suiker
150 gr stropaddestoeltjes of champignons, gehalveerd. 
500 gr gepelde rauwe garnalen, ontdooid, als ze uit de vriezer komen
5 kleine lente-uitjes, in korte stukjes en dan in reepjes gesneden
klein bosje koriander, gehakt
(alle ingredienten zijn bij een goede toko te koop)

Verhit de bouillon en tomyam-pasta in een grote pan, samen met de limoenblaadjes, het citroengras, het limoensap, de vissaus, de chilipepers en de suiker. Laat aan de kook komen, doe er de paddenstoelen bij en laat die een paar minuten meesudderen. Dan zijn de garnalen en de lente-uitjes aan de beurt. Laat die 2 tot 3 minuten meekoken of tot de garnalen gaar zijn. De garnalen moeten gaar zijn maar nog wel mals. Strooi er de koriander over en serveer. 







vrijdag 13 mei 2011

Eenheidsworst


Vorige week stond ik in een boetiek in New York met een mooie oudroze bloes in mijn hand. Ik overwoog de bloes te passen ondanks het feit dat ik een hekel heb aan passen. De verkoopster bespeurde mijn weerzin en probeerde mij over de streep te trekken met een tevreden “all of my customers just LOVE that blouse!” Nu had ze het bijna verbruid. Voor een Nederlander is dat soort reclame funest. Hoewel het uiteraard prettig is als anderen je kledingstijl kunnen waarderen, willen wij onder geen voorwaarden gekleed gaan zoals de rest. We zijn graag zo uniek mogelijk.

Het zou de Nederlandse fascinatie voor Twitter kunnen verklaren. Waarom niet wereldkundig maken dat je je bed net hebt verschoond? Het is een zo originele en eigengereide stap. Trouwens, ligt het aan mij of is dat getwitter een geheimschrift waar slechts een aantal mensen het alfabet van kent? Hoe zit het met dat #? “Het lekkere van to-do lijstjes is het met een rode pen doorstrepen #effectief werken”. Ik snap er niets van. Wel leuk, Youp van het Hek: “Lees net: Engels dorpszwembad verwarmd door crematorium. Ik zou alleen maar op mijn rug zwemmen. Solidariteit!”

Nederlanders vinden zichzelf nu eenmaal bijzonder. Misschien dat ze daarom zo massaal ‘s avonds de gordijnen openlaten. Dat afschuwelijke Postbank-liedje uit de jaren negentig waarin de Nederlander zich manifesteert als “de bevolker van een klein stukje aarde, met iedereen in zijn waarde” was niet voor niets zo populair. En ons wetten laten voorschrijven, daar doen we al helemaal niet aan. Dat merken we inderdaad aan de kleine horeca-ondernemer die het rookverbod aan zijn laars lapt.

Steeds vaker merk ik dat Amerikanen hierin tegenovergesteld zijn. Zij willen juist precies dezelfde babyshower of bruiloft als de buren. Van een “wedding planner” hoorde ik eens dat ze voor Nederlanders telkens weer iets nieuws moet verzinnen. Als het maar gek en anders is. Terwijl Amerikanen hun bruiloft zo veel mogelijk willen laten lijken op alle andere Amerikaanse bruiloften. Alleen wellicht met net iets meer gasten en iets meer eten. Niks geen ja-woord hangende aan een parachute.

Als je om half acht ‘s ochtends door de stad rijdt dan zie je overal het identieke werkvolk. De verpleegsters in mintgroen op crocs, de studenten in Yale-sweater, de zakenheren in te groot pak en de vrouwen in slechtzittende spijkerbroeken. In New York valt het niet zo op maar het is verbazingwekkend hoeveel mensen in de rest van dit land een lelijke spijkerbroek dragen. De mannen weten heus wel dat ze hun pakken te groot dragen en dat die grove stappers met spekzolen niet mooi staan. Ze zijn echter zo bang om voor homo—de enige goed geklede man in dit deel van de wereld—te worden versleten dat ze hun Goofy-uiterlijk op de koop toe nemen. Waarschijnlijk zijn Obama’s pakken daarom ook altijd drie maten te groot.

De gemene deler is dat werkelijk iedereen een felgekleurde metalen bidon bij zich draagt. Hoewel het water hier werkelijk niet binnen is te houden, wordt er gedronken alsof we in voortdurende staat van woestijn verkeren.

Wat ik wel sympathiek vind is dat Amerikanen elkaars adviezen zo trouw opvolgen. Mond-tot-mondreclame is hier heel belangrijk. En zo gebeurt het dan dat iedereen opeens zonder morren afreist naar Wallingford om daar in een even onooglijke neonverlichte nagelstudio exact dezelfde manicure te ondergaan als om de hoek. Gewoon omdat ze onderling afgesproken lijken te hebben dat het daar beter is.

De gemiddelde Amerikaan heet dan ook Bill, Jack, Tim, Jennifer, Sarah of Jane. Echtgenoot en ik kennen zes Christopers en zo sociaal zijn we nu ook weer niet. Hollywoodsterren kunnen dan ook niet anders dan zichzelf van deze grijze massa onderscheiden. Gwyneth Paltrow kreeg een Apple en Moses, Mariah Carey is zojuist bevallen van Moroccan en Monroe. “I’m Moroccan”: Marokko heeft 32 miljoen inwoners die allemaal hetzelfde kunnen zeggen. En dat terwijl ik denk dat Mariah echt haar uiterste best heeft gedaan om iets unieks te bedenken. Mijn persoonlijke favorieten zijn toch wel Pilot Inspektor, Banjo en Moxie CrimeFighter. Al groeit je kind op met een totaal gebrek aan talent, het zal geen moeite krijgen om de aandacht op zich te vestigen.

Na enige aarzeling heb ik het bloesje gekocht. Ik woon per slot van rekening alweer bijna twee jaar in dit land.

Vandaag een recept dat ik momenteel geregeld maak: orecchiette met broccoli raap (ook wel bekend als rapini of broccoletti) en worst. Geen eenheidsworst maar lekker pittige Italiaanse worstjes. 

Voor 4 personen

400 gram orecchiete
1 flinke bos broccoli raap (trimmen)
2 el olijfolie
4 pittige Italiaanse worstjes 
1 teen knoflook, fijngehakt
600 ml kippenbouillon
55 gram roomboter
120 gram geraspte parmezaan
1 tl grof gemalen gedroogde rode peper

Breng in een grote pan water aan de kook en kook per persoon 100 gram orecchiette. 

Verwarm de olijfolie in een grote braadpan. Haal de worstjes uit hun omhulsel, prak ze in grove stukken en bak ze in de olijfolie totdat ze hun roze kleur kwijt zijn (een minuut of vijf), voeg dan de knoflook en de rode peper toe (een paar minuten). Daarna doe je de kippenbouillon erbij, breng je dit alles aan de kook en voeg je de broccoli raap toe. Met een deksel op de pan duurt het ongeveer vijf minuten (tot de rapen gaar zijn!). Ondertussen heb je de pasta uit laten lekken. Doe de boter en de parmezaan bij de raap, zet het vuur zacht en laat dit een beetje binden. Giet eventueel wat van de kippenbouillon af. Doe de pasta bij de saus en vermeng dit goed. 

donderdag 5 mei 2011

Laatste Avondmaal

“Ze streed een ongelijke strijd”: is meestal kanker. “Met verslagenheid hebben wij kennisgenomen van het overlijden van” suggereert een dodelijk gebrek aan fantasie. Alleen kunnen we niet achterhalen wiens gebrek dat was; was de overledene een enigszins saaie figuur of had hij/zij saaie vrienden?
Een goede rouwadvertentie is een kers op de taart van de overledene (en dat is altijd beter dan een stuk droge cake na de begrafenis). Als je nog maar één keer kunt vlammen dan moeten je laatste woorden toch goed zijn. Het feit dat je niet zelf verantwoordelijk bent (lees: dood) mag geen excuus zijn.
Als je nabestaanden je laten gaan met: “je was een rots in de branding en koerste recht door zee/je trotseerde storm en golven alleen…je had de wind niet mee”, dan mag je bijna blij zijn dat je je laatste adem hebt uitgeblazen. Heel populair in het genre is: “ Heel bijzonder, heel gewoon. Gewoon een hele bijzondere man”. In al mijn jaren van “onderzoek” heb ik deze talloze keren voorbij zien komen en ik kan hierop maar één ding zeggen. Als er tijdens je leven geen grote rol was weggelegd voor poëzie, dan kun je dat maar beter zo houden. Als je nog niet dood was dan is zo’n rouwadvertentie wel de genadeklap.

In Amerika kan ik mijn hart ophalen aan de rouwadvertenties. Waar veel mensen leven, gaan veel mensen dood. De Amerikaanse rouwadvertentie is om te smullen. In Nederland kan er nog al eens vaag worden gedaan over de doodsoorzaak. Bij prangende nieuwsgierigheid moet ik me dan tot google wenden om erachter te komen waaraan iemand is gestorven. Gelukkig beginnen de meeste nabestaanden inmiddels een online-condoleanceregister. Praktisch altijd is daar de benodigde informatie wel te vinden.

In Amerika wordt de doodsoorzaak vaak gewoon vermeld. Niet alleen dat, de Amerikaanse rouwadvertentie is vaak net een curriculum. De ene dode is nog slimmer en ambitieuzer geweest dan de andere. Overleden vrouwen hebben bovendien zelden het hoofd gestoten aan het glazen plafond en hebben moeiteloos een glansrijke carrière met moederschap gecombineerd. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de meest succesvolle doden. Deze personen krijgen een werkelijk fantastisch gedetailleerde necrologie. Het lijkt bijna wel alsof die mensen hun leven hebben geleefd voor dit geniale verslag. Het zal mijn morbide karakter wel zijn.

 Last Supper, Famous Final Meals from Death Row: een boek dat toch bijna niet te versmaden is? Wat bestellen terdoodveroordeelden als Laatste (Avond)maal? Robert Buell werd veroordeeld tot de doodstraf voor moord en seksueel misbruik van een 11-jarige in 1982. Hij heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn en verzocht om één enkele ontpitte zwarte olijf. De moeilijkste bestelling kwam van ene Odell Barnes jr. (die een vrouw beroofde, mishandelde en doodstak in 1989, althans daarvoor is hij veroordeeld). Hij bestelde een portie Rechtvaardigheid, Gelijkheid en Wereldvrede. Ik kan het niet laten om te vermelden dat Dr. Pepper het favoriete drankje is onder de Texaanse terdoodveroordeelden. Ik vind het fascinerend.
Hieronder tref je mijn Laatste Avondmaal. Het is de goulash van mijn moeder (die overigens springlevend is!). Ik vind dit zó lekker dat ik vermoed bij het eten ervan in staat te zijn mijn op handen zijnde dood te vergeten. Het belang van een goede rouwadvertentie vergeet ik echter nooit.

1 ½ pond runderlappen (riblappen) in blokken
1 grote ui
1 uitgeperste knoflookteen
1 el paprikapoeder
kummelzaad (beetje met de franse slag)
1 el tomatenpuree
2 el boter
2 el bloem
1 rode paprika in grove stukken
paar aardappelen

Bestrooi de stukken vlees met peper en zout. Verhit de boter in een braadpan met een dikke bodem. Schroei de stukken vlees aan alle kanten dicht. Fruit de gesnipperde ui, het paprikapoeder en de bloem mee. Voeg de knoflook, het kummelzaad, de tomatenpuree en de paprika toe. Voeg heet water toe zodat het vlees onderstaat. Laat het vlees drie uur sudderen. Kook het laatste half uur wat in stukken gesneden aardappelen met de saus mee.