In één van mijn lievelings jaren tachtig films, Baby Boom, komt een scène voor die nu profetisch lijkt omdat het de gewoonste zaak van de wereld is geworden. Althans in Amerika. Diane Keaton speelt hierin een doorgewinterde sluwe zakenvrouw in New York – hooggeknoopt bloesje, flinke schoudervullingen, loeistrakke rokken en killerheels – een “tiger lady” die haar zaakjes perfect onder controle heeft totdat ze van een onbekend familielid een erfenis ontvangt. De erfenis is een baby. Haar leven staat op zijn kop terwijl ze carrière en kind probeert te combineren. De beruchte scène speelt zich af rondom de zandbak in het park. Op een bankje zitten twee moeders die proberen een speelafspraak voor hun kinderen te arrangeren. Dit lukt uiteindelijk met veel moeite tussen de vioollessen, de computercursus en de kinderpsychiater door. Ondertussen schuift er een andere moeder aan die in tranen is. Haar kind is niet aangenomen op de gewenste “pre-school”. Niet aangenomen worden op die school betekent, aldus verhaalt ze snikkend, ook niet worden toegelaten op de juiste kindergarden, waarna je de goede prepschool kunt vergeten en je nooit of te nimmer naar een ivy league school zult kunnen. Het kind is dus bij voorbaat hopeloos verloren terwijl het daar nu nog schijnbaar gelukkig zandkasteeltjes zit te bouwen en haar luier zit vol te poepen. Niet aangenomen op de pre-school ondanks haar perfecte curriculum en haar fantastische referenties. De andere vrouwen betreuren het lot van de jonge moeder. Zittend in de zandbak voelt onze protagoniste zich steeds kleiner worden nu ze moet aanhoren hoe naïef ze tot dusver was, hoe onbewust van de druk die het ouderschap met zich meebrengt. De ellende wordt nog groter wanneer één van de kinderen zijn speelactiviteiten tijdelijk staakt om op te merken dat de lucht van vandaag erg lijkt op Paul Cézanne’s Baai van Marseille. Schilderkunst werd hem – jochie van drie – gedoceerd aan het “Centrum voor Slimmere Baby’s”. In de volgende scène van de film zie je onze tiger lady dan ook op de grond van dit centrum zitten terwijl ze haar kind met flash cards nieuwe kennis bijbrengt. Kaart na kaart maakt ze haar kind bekend met de fenomenen: deurknop, Whoopi Goldberg, President John F. Kennedy en Mercedes.
Flashcards waarmee je je kind kunt leren welke boerderijdieren je hebt, hoe alle vierenveertig Amerikaanse presidenten eruitzagen en hoe je een Goya van een Velazquez onderscheidt – die bestaan er al sinds jaar en dag, niet alleen in de film maar ze zijn ook gewoon te koop bij de winkel om de hoek. Maar ik was oprecht verbaasd bij de ontdekking van de “pregnancy bellyphone” of de “itummy prenatal music band”. Uw kind kan al in de baarmoeder worden opgeleid zodat bovenstaande dwalingen richting armoede, drugs en goot niet langer hoeven plaats te vinden. U kunt Uw kind op een Ivy League krijgen als U gewoon al vóór de geboorte begint met zijn opleiding. Niets ingewikkelds aan. Het betreft hier een koptelefoon die met banden aan Uw buik wordt vastgesnoerd waarop U “Bach for babies” kunt draaien. Maar U kunt uiteraard ook Dostojevski’s Misdaad en Straf afspelen, Uw kind wat uitdagende differentiaalvergelijkingen voorleggen of hem wat prangende ethische dilemma’s presenteren. De cd’s met muziek die speciaal voor het ongeboren kind worden gemaakt, heten “Ultrasound”. Ik vind het briljant. Het zou de ontwikkeling van de foetus op een ander plan brengen. Het voordeel van de band is – zo lees ik in alle enthousiaste klantenrecensies – dat hij zo comfortabel is dat je niet eens doorhebt dat je hem draagt.
Zo springt Uw kind na negen maanden de baarmoeder uit, spreekt hij vloeiend zestien talen, schrijft verzen in het latijn, zingt hij mee met Tosca, legt hij een voorkeur voor Gontsjarov boven Tolstoj aan de dag, legt hij U uit wat Kierkegaard nu toch eigenlijk bedoelde en weet hij perfect hoe het allemaal heurt; U heeft er geen kind meer aan.
Voor vandaag een schuldvrije appelkoek/taart. De koek bestaat voor tachtig procent (zo ongeveer) uit appels dus hij is tamelijk gezond.
6 zure appels (Granny Smiths)
boter om bakvorm in te smeren
3 grote eieren
200 gr suiker
1 tl vanille-extract
125 gr bloem
kaneelpoeder en poedersuiker om over de koek te strooien
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Bedek een taartvorm (van ca. 23 cm) met bakpapier. Wat ik de makkelijkste methode blijf vinden is de bodem van de bakvorm bekleden met bakpapier en de randen inkwasten met boter. Ik zet het bakpapier van de bodem vast door de ring ertussen te plaatsen. Zo loopt er ook nooit beslag uit de vorm.
Schil de appels en snijd ze in kleine blokjes (alsof je appelmoes maakt). Stort de appels allemaal direct in de taartvorm.
Meng in een grote kom met een elektrische mixer de eieren en de suiker. Dit moet een dik mengsel worden.
Voeg de vanille toe en schep met een lepel de bloem bij het mengsel. Meng door elkaar. Het beslag moet (nogmaals) dik zijn.
Schep met een lepel het beslag over de appels zodat je ze allemaal bedekt.
Zet de koek een uur in de oven of in ieder geval totdat een satéprikker schoon uit de koek komt.
Bestrooi de koek met kaneelpoeder en poedersuiker.
Deze koek is ook lekker voor het ontbijt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten