Vorige week schreef ik over de film Baby Boom en over de manieren waarop U de arbeidskansen van Uw ongeboren kind kunt vergroten. Wat ik echter nagelaten heb te vertellen is dat onze tiger lady Manhattan uiteindelijk de rug toekeert om zich in een cottage in Vermont te vestigen. Ze werd tijdens vergaderingen met aandeelhouders iets te vaak gebeld door de babysitter die haar “itsy bitsy spider” liet zingen. Bovendien reageerde haar baas niet goed op de vlek met flesvoeding op haar powersuit. Ze vertrekt met haar kind naar Vermont om daar een ander leven te beginnen. Het boerderijtje dat ze via een advertentie in de krant koopt blijkt krakkemikkiger te zijn dan ze had kunnen vermoeden, ze lijdt aan een zenuwinzinking waardoor ze in verzwakte toestand bij de dierenarts belandt (er is in haar dorp geen huisarts), maar uiteindelijk wordt ze gelukkig. Heel erg gelukkig, met de dierenarts en een bloeiende handel in zelfgemaakte appelmoes uit haar eigen boomgaard. Dáárom is de film zo leuk; vanwege die appelboomgaard (en die dierenarts).
In Nederland zie je dat ook wel; jonge ouders die besluiten dat een stad niet geschikt is voor een kind en die dan gaan verhuizen. Allemaal leuk en aardig maar verhuis dan ook naar een charmante boerderij met een fruitboomgaard. Daar kan ik mij alles bij voorstellen. Net buiten een middelgroot slaapdorp in een vinex-wijk gaan wonen met postzegelgrote voor- en achtertuin lijkt wel een hele grote opoffering. Hoezo heb je daar meer frisse lucht? Heeft niet iedereen een auto? Elke zomer met Ingrid en Richard, je nieuwe buren, moeten barbecueën. Ingrid, die Blokkerdoos die met haar houten ganzen voor het raam en haar makkelijke haar een schema opstelt voor de maandelijkse schoffeldienst. Ik geef het je te doen. Echter, als het U gelukkig maakt, vooral doen natuurlijk. Wie weet is er nog een smakelijke dierenarts te vinden om de overblijfuren wat spannender mee te maken.
Reizen doen die ouders nog zelden: voor een kind is een grasveldje in Nieuwegein namelijk net zo leuk als het Peruaanse hooggebergte. Een kind ziet echt het verschil niet tussen de Kennemerduinen en de Sahara. En dus, worden alle zomers voortaan doorgebracht bij het pierenbadje. Lekker raketjes eten tijdens de toch vaak wat verregende Nederlandse zomers. Nog steeds prima als daar zo’n spannende dierenarts bij komt kijken. Het is alleen zo jammer dat de keuze van dit soort ouders altijd een morele veroordeling lijkt in te houden voor hen die besluiten in de stad te blijven. Wat ben je snel een ontaarde moeder. Je ontzegt je kinderen blijkbaar van alles wanneer je niet precies doet wat deze ouders voor zichzelf hebben besloten. En daarom, beste lezer, geef ik die enge ouders er nu bij deze van langs. Voor één keer zodat ik ook weer eens rust heb.
Ik las laatst op nu.nl dat Yvon Jaspers met haar gezin uit Amsterdam is vertrokken omdat ze niet wil dat haar kinderen Amsterdammertjes worden. Gelukkig willen wij, Amsterdammers, ook absoluut niet dat Yvon – huppeltrut van het overschatte tv-programma Boer zoekt vrouw – kinderen heeft die zichzelf als Amsterdammertjes beschouwen. Wij willen niet dat Yvon bekend staat als Amsterdammer, we willen die enge griezel hier het liefst niet zien. Het is een absolute zegen dat wij niet langer het gevaar hoeven te lopen die positivo met haar gestreepte gebreide sjaals, haar roze kaplaarsjes en haar “zelf ontworpen” bonte servies al skatend in het Vondelpark tegen te komen. Van mij mag ze al haar boeren meenemen en op de hei gaan zitten. Opgeruimd staat netjes. Voor mijn part zoekt ze er nog een paar dierenartsen bij.
Yvon Jaspers, het zeilmeisje Laura en André Kuipers; ze mogen ze van mij alledrie zo de ruimte in schieten. Zijn het niet werkelijk de meest irritante Nederlanders? Zoals ze je hun persoonlijke hobby’s (boeren! zeilen! ruimtevaart!) door je strot proberen te duwen. Die André met die stomme olijke lach op die veel te bolle toet. Die Yvon met dat zogenaamd hippe piekkapsel die elke gast probeert te laten huilen voor de kijkcijfers (hoe stugger de boer die huilt, hoe trotser zij erbij kijkt) en dan dat vreselijke kind, die Laura. Met die verschrikkelijke ouders. Ze wil nooit meer terugkeren naar Nederland. Nou, dat treft want wij zijn haar ook liever kwijt dan rijk. De zuurpruim. In de ruimte is het leven vast nog fatsoenlijk, zegt iedereen elkaar gedag, genoeg frisse lucht om je kinderen op te voeden en je kunt vast zeilen in zo’n ruimteschip.
Hoe dan ook, een boomgaard in Vermont of bij Broek in Waterland, ik teken ervoor.
Voor vandaag een recept met polenta. Ik vond polenta nooit zo lekker. Of althans, ik dácht dat ik het niet zo lekker vond. Ik had gewoon dit recept nog niet geprobeerd. Het komt uit Ottolenghi’s “Plenty”.
Voor twee personen
4 el olijfolie
350 gr gemengde paddestoelen, de grote exemplaren gehalveerd
2 fijngehakte tenen knoflook
1 el gehakte dragon
1 el gehakte tijm
1 el truffelolie
½ liter groentebouillon
80 gr polenta
80 gr geraspte parmezaan
30 gr boter
1 tl fijngehakte rozemarijn
In het recept van Ottolenghi: 100 gr taleggio, in 1 centimeter dunne plakken; ik heb het recept inmiddels twee keer gemaakt en ik vind het teveel dus ik laat dat achterwege.
zout en peper
Verhit de olie in een grote koekenpan, Voeg als hij heet is de helft van de paddestoelen toe en bak ze in een paar minuten beetgaar; schep ze niet om zodat er goudbruine plekjes op verschijnen. Schep ze uit de pan en bak de rest op dezelfde manier. Neem de pan van het vuur, doe alle paddestoelen erin en voeg knoflook, dragon, tijm, truffelolie en wat zout en peper toe. Houd ze warm.
Breng de bouillon aan de kook. Voeg al roerend met een houten lepel geleidelijk de polenta toe. De polenta is gaar als hij nog vloeibaar is en van de wand van de pan loskomt.
Verhit de grill op hoog. Roer de parmezaan, boter, rozemarijn en de helft van de kervel door de polenta. Breng op smaak met zout en peper. Spreid de polenta uit in een ovenschaal. Als je het recept van Ottolenghi wilt volgen dan leg je de plakken taleggio op de polenta. Ik doe dit niet omdat ik vind dat de parmezaan voldoende kaassmaak geeft en het gerecht anders wat te zout wordt. Zet de schaal onder de grill tot de kaas borrelt.
Haal de schaal uit de grill, verdeel de paddestoelen met het vocht over de polenta en zet hem nog kort in de grill om de paddestoelen te verhitten. Dien het gerecht heet op, bestrooid met de overgebleven kervel.
haha, Broek in Waterland...... de zaak van mijn Pa keek destijds uit op de Volgelmeerpolder.....nogal giftig, dumpplaatsje geweest....zegt je dat iets?
BeantwoordenVerwijderenEn mooie boel, die Jaspers is naar Brabant verhuisd.....en bedankt....
Overigens is de verhuizing van de Rotterdamse Blaak naar villa Appeltaart in de Goudrenetstraat dan WEL weer heel goed bevallen.. Als Amsterdammer van origine......
Ok, de jongste viert carnaval in een schapenpakje.... tja... overal is wat.